Nummer vijf voelt Nederland naderen: Feyenoord kan megaslag slaan in Marseille
Portugal is gezien, Frankrijk komt nu in zicht op de coëfficiëntenranglijst. Feyenoord heeft met zijn zege op Olympique Marseille niet alleen zichzelf, maar ook het Nederlandse voetbal een grote dienst bewezen: de eerste stap richting de nummer vijf van Europa is gezet.
Sinds de vorige Europese midweek, waarin Sporting Braga als laatste Portugese club is gesneuveld, hoeven we ons niet meer te bekommeren om onze achtervolger. Nummer vijf Frankrijk is nu ons volgende richtpunt en dankzij de overwinning van Feyenoord is Nederland alvast 0.400 coëfficiëntpunt dichterbij gekomen.
Virtuele coëfficiëntenranking 2022/2023
5. Frankrijk 48.415
6. NEDERLAND 46.000
7. Portugal 43.716
En zo blijft Nederland maar wegkruipen van de Portugezen, terwijl 'we' op minder van twee punten van Frankrijk kunnen komen als Feyenoord ook in Stade Vélodrome wint. Daar liggen namelijk ook bonuspunten voor het oprapen, voor de ploeg die de finale haalt. En als ook de finales van de drie Europese toernooien achter de rug zijn, kunnen we onze blik richten op het seizoen 2022/2023 en springt Nederland definitief van plek zeven naar plek zes, over Portugal heen.
En de vaste volger van deze rubriek weet ongetwijfeld nog wat dat betekent. Nederland begint op pole position aan het seizoen waarin de ticketverdeling voor 2024/2025 bepaald wordt, de jaargang waarin de nieuwe, uitgebreide Champions League van start gaat. En als Nederland volgend jaar rond deze tijd nog steeds zesde staat, zijn er twee Eredivisie-clubs van de partij.
De top-tien van de huidige coëfficiëntenranking
1. Engeland 106.212 (20.571) (4/7)
2. Spanje 95.427 (17.714) (2/7)
3. Italië 76.188 (15.000) (1/7)
4. Duitsland 74.641 (15.642) (2/7)
5. Frankrijk 59.915 (18.250) (1/6)
6. Portugal 53.382 (12.916) (0/6)
7. NEDERLAND 48.900 (18.800) (1/5)
8. Oostenrijk 38.850 (10.400) (0/5)
9. Schotland 36.100 (7.100) (1/5)
10. Rusland 34.482 (5.300) (0/5)
(Tussen haakjes: het aantal punten van dit seizoen en het aantal vertegenwoordigers)
Bron: Bert Kassies