Luinge: 'Ik bleef vaak hangen bij ADO en deed geregeld het licht uit'
Roelof Luinge floot in 2010 zijn laatste profwedstrijd, maar is nog steeds af en toe op het veld te bewonderen. Zaterdag leidde hij de oefenwedstrijd tussen HVV Laakkwartier en ADO Den Haag, een club waar hij tijdens zijn carrière in het betaald voetbal graag langskwam.
Luinge deed zijn warming-up regelmatig voor Midden-Noord, het vak met de fanatieke ADO-fans. Die reageerden dan met spreekkoren als 'Luinge, Luinge, we worden kampioen' of 'Jij komt Den Haag niet uit'. "Ik heb al die jaren gewoon zoveel mogelijk tussen de mensen gestaan en ben altijd mezelf gebleven. Ik had richting het publiek altijd zoiets van: we zijn allemaal mensen, laten we gewoon normaal doen met z'n allen. Dat konden de supporters van ADO volgens mij wel waarderen", vertelt hij aan het Algemeen Dagblad.
De nu 67-jarige leidsman uit Groningen herinnert zich nog dat hij een Mars aantrof op het veld en deze aan de ADO-fans liet zien. "Toen ze dat doorhadden, lagen er opeens twaalf Marsen op het veld. We hebben met zijn allen hard gelachen. Zo'n relatie hadden we wel", aldus Luinge. "Ik kon altijd goed met de ADO Den Haag-supporters opschieten. En zij ook met mij, volgens mij."
Luinge maakte er sowieso een gezellige dag van als hij in Den Haag moest fluiten. "Ik bleef inderdaad ook vaak bij ADO hangen en deed daar geregeld het licht uit. Soms pakte ik dan ook nog de microfoon en zong ik De Vlieger van André Hazes. En ik ben ook wel eens na een wedstrijd Den Haag in gegaan. Dat waren mooie tijden."