Coëfficiëntenjacht heropend: Nederland loopt uit op Portugal en in op Frankrijk

21 juli 2022 om 23:25
Laatste update: 21 juli 2022 om 23:53

We hebben lang genoeg kunnen nagenieten van het meest succesvolle Europese seizoen in tijden, de Nederlandse clubs zijn begonnen aan een nieuwe campagne: AZ heeft tegen het Bosnische Tuzla City het spits afgebeten, in een cruciaal seizoen. Hoe staat Nederland ervoor op de coëfficiëntenranglijst en wat staat er nog te gebeuren in de strijd om plek zes? VoetbalPrimeur legt het uit.

We hebben vorig seizoen na elke Europese speelronde gekeken naar de virtuele stand voor 2022/2023, maar nu is het dan echt officieel: Nederland heeft zich op plek zes genesteld, tussen Frankrijk en Portugal in. Vorig seizoen kwamen we – vooral dankzij de memorabele campagne van Feyenoord – op het waanzinnige totaal van 19.200 uit. De eerste 0.800 van het nieuwe seizoen waren zonder te spelen al binnen, door de bonus die Ajax voor zijn Champions League-kwalificatie heeft gekregen. AZ heeft met zijn thuiszege op Tuzla City 0.200 bijgedragen.

Het zegt uiteraard nog niets, maar Nederland houdt voorlopig redelijk gelijke tred met zijn belangrijkste concurrenten. Frankrijk en Portugal stonden zonder te spelen al op 1.333, omdat beide landen twee clubs direct de Champions League in kunnen sturen: Paris Saint-Germain en Olympique Marseille namens Frankrijk, FC Porto en Sporting Portugal namens Portugal. De Franse clubs komen in dit stadium van het Europese seizoen nog niet in actie, Vitória Guimarães won donderdag van het Hongaarse Puskás Akadémia en heeft Portugal aan een extraatje van 0.167 geholpen.

De huidige top-tien van de coëfficiëntenranking
1. Engeland 88.855 (2.285) (7/7)
2. Spanje 78.712 (2.285) (7/7)
3. Duitsland 67.856 (2.500) (8/8)
4. Italië 61.854 (2.285) (7/7)
5. Frankrijk 49.914 (1.333) (6/6)
6. NEDERLAND 47.400 (1.000) (5/5)
7. Portugal 45.216 (1.500) (6/6)
8. Schotland 33.700 (0.800) (5/5)
9. Oostenrijk 30.000 (0.800) (5/5)
10. België 28.900 (0.900) (5/5)
(Tussen haakjes de score van dit seizoen en het aantal deelnemers)

Na de returnwedstrijden van AZ en Vítória Guimarães kan de strijd om de plekken vijf en zes echt beginnen. PSV, FC Twente, Benfica, Gil Vicente en AS Monaco beginnen dan ook in de Europese clubtoernooien, OGC Nice sluit in de laatste Europa League-voorronde aan. De meeste Franse en Portugese clubs beginnen pas in de hoofdtoernooien – net als Ajax en Feyenoord overigens – en Nederland kan nog steeds profiteren van het feit dat het met vijf clubs actief is, in plaats van zes. Elk punt dat een Nederlandse club pakt, is dus meer waard dan elk punt dat een Portugese club pakt.

Nederland kan in deze voorrondes dus alvast inlopen op Frankrijk en uitlopen op Portugal, zoals op deze donderdag al voor het eerst is gedaan. Champions League-kwalificatie zou voor Nederland 0.800 extra op kunnen leveren en voor Frankrijk en Portugal 0.667. Het tweeluik tussen PSV en AS Monaco wordt daardoor extra belangrijk, terwijl we ook met een schuin oog naar de verrichtingen van Roger Schmidt en Benfica moeten kijken. In de Europa League en Conference League tellen voorlopig alleen de wedstrijdpunten, plaatsing voor de poulefase levert in beide toernooien geen extra bonus op.

Voor Nederland is nu deel twee van de jacht op de top-zes begonnen: na het vorige topseizoen werd Portugal alvast gepasseerd, maar nu is het zaak om ook op de zesde plek te blijven. Als dat aan het einde van het seizoen inderdaad het geval is, kan Nederland in 2024 met twee clubs direct de Champions League in. Als ook Frankrijk nog wordt bijgehaald, lonken er zelfs drie rechtstreekse Champions League-plekken voor de Eredivisie. Nederland mag in de toekomst ook één extra club afvaardigen als het tot twee best scorende landen van Europa behoort, zoals vorig seizoen het geval was.

Bron: Bert Kassies