CED verwijst degradatieplan naar prullenbak
De bedoeling was om komend seizoen één club uit de eerste divisie te laten degraderen naar de hoofdklasse. Promotie van een hoofdklasser was nog niet mogelijk, omdat de KNVB de Jupiler League wil afslanken. De Coöperatie Eerste Divisie (CED) vindt dat er teveel onduidelijkheden in het plan staan. Sinds deze week werkt de CED, waar alle eerste divisieclubs bij zijn aangesloten, aan een alternatief plan. Dit moet in 2009/2010 van start gaan.
"Natuurlijk is het laatste woord aan de KNVB, maar het is volgens ons zeer onverstandig iets door te zetten waar de belanghebbende partijen tegen zijn," zegt Paul Lansaat, die als CED-bestuurder in een werkgroep over de degradatieregeling zit.
De clubs en de spelersvakbonden zitten volgens hem niet op een lijn met de KNVB. Dit omdat er teveel niet duidelijk is. Lansaat: "Daarom werken we aan een alternatief, waaruit alle onduidelijkheden zijn verdwenen en waarin iedereen zich kan vinden".
De topklasse, waar de amateurverenigingen niet ontvankelijk voor waren, lijkt nu wel weer in goede aarde te vallen. "Een goede degradatieregeling kan daar moeiteloos op aansluiten", meent Lansaat. "Al is het onontkoombaar dat er in het begin een versterkte degradatieregeling komt, om de sector volledig financieel gezond te maken."
De uitspraken van de CED worden door spelersvakbond VVCS en de Centrale Spelersraad (CSR) goed ontvangen. Ook zij spraken zich deze week, in een gesprek met KNVB-directeur Henk Kesler, al uit tegen de degradatieregeling. "Het huidige plan moet van tafel", zegt VVCS-directeur Louis Everard. Er zijn volgens hem legio voorbeelden waarom de plannen de prullenbak in moeten.
"Zo gaat er werkgelegenheid verloren als een club degradeert en er vooralsnog geen club voor terugkomt", spreekt Everard zich uit in het AD. "Maar dat is lang niet alles. Ik geef nog een voorbeeld. Een profclub is verplicht voor zijn spelers geld af te dragen in het CFK-fonds. Maar zodra een club in de hoofdklasse uit moet komen, is die verplichting er reglementair niet meer. En wat als een speler dan nog drie jaar bij die club onder contract staat?"
"Bovendien, hoe gaan clubs spelers met doorlopende verbintenissen betalen in de hoofdklasse? De KNVB heeft een overgangsregeling van twee seizoenen vastgesteld, waarin die club financieel wordt bijgestaan. Maar wat als spelers driejarige contracten hebben?", vraagt de VVCS-preses zich af. Clubs die financieel gezond zijn en vervolgens degraderen is zijn grote vrees. Terwijl clubs die er een rommeltje van hebben gemaakt wel actief kunnen blijven in het betaalde voetbal.
Op al die vragen moet eerst een antwoord komen. De KNVB wil eerst de bevindingen van de werkgroep afwachten. "Wij kennen het standpunt van beide partijen - het is hun goed recht om een andere mening te zijn toegedaan", verklaart woordvoerster Renske Bruinsma namens de voetbalbond. "De KNVB wil de energie steken in de klankbordgroep en daar met partijen van gedachten wisselen. De bond loopt derhalve op dit moment niet vooruit op mogelijke uitkomsten."