Twente tweede na zege op NAC

NAC kon er voor eigen publiek niet het bekende avondje van maken. De formatie van trainer Robert Maaskant kreeg daarvoor niet de kans van de tegenstander. FC Twente speelde goed in de posities en had veel balbezit. Bovendien heerste de reus Douglas in defensief opzicht.

Wellicht waren de Enschedeërs lange tijd wat beter, de thuisclub had de beste kansen. Kees Kwakman was doelman Sander Boschker zelfs al een keer gepasseerd, maar schoot uit moeilijke hoek over. Verdediger Rob Penders kreeg een vrije kopkans, maar zag de bal rakelings naast gaan.

Bij vlagen speelde FC Twente echter het wat betere voetbal, dat vaak over veel schijven ging. De centrale man Robbie Wielaert en de middenvelders Wout Brama en aankoop Cheik Tioté hadden hierin een voorname rol. Youssouf Hersi, vervanger van de geblesseerde Kenneth Perez, was vaak wat onzorvuldig.

Dat FC Twente halverwege leidde was vooral te danken aan een (vroege) toevalstreffer. Een voorzet van Edson Braafheid werd in eerste instantie door Blaise N'Kufo net gemist, maar vervolgens deden de verdedigers van NAC, doelman Jelle ten Rouwelaar incluis, ook niks. De bal rolde daardoor via de binnenkant van de paal in het doel.

Het probleem van Twente was dat het vele balbezit niet werd omgezet in kansen, laat staan in meer treffers. Daardoor nam naarmate de tweede helft vorderde de druk van NAC toe. Zo was Edwin de Graaf met een schot van afstand dichtbij de gelijkmaker. Maar echt aan het wankelen kwamen de Tukkers niet.

In de slotminuten kreeg Anthony Lurling van NAC rood wegens het slaan van de Twentse invaller Niels Wellenberg.