De Mos-effect levert Sparta één punt op

11 april 2010 om 00:36

Fabian Bijman
ROTTERDAM

In een tegenvallend duel wisten beide ploegen elkaar maar sporadisch pijn te doen. Heracles opende kort na rust de score middels Bas Dost, enkele minuten later bepaalde Edouard Duplan de eindstand op 1-1. De Mos werd bij zijn Sparta-debuut door arbiter Roelof Luinge naar de tribune gestuurd.

Sparta kende een meer dan roerige week. Na de deceptie in Heerenveen, waar Sparta tegen een tiental Friezen met 4-1 kansloos onderuit ging, was de maat voor het bestuur vol en werd er afscheid genomen van Frans Adelaar. Nog geen etmaal later werd Aad de Mos als zijn opvolger gepresenteerd. De 'oude rot' nam zijn selectie direct mee op trainingskamp om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op hetgeen dat komen gaat.

Aan de hand van De Mos moet Sparta zich dit seizoen trachten te behouden voor de Eredivisie. Het programma spreekt echter niet in het voordeel van Sparta, dat na Heracles op bezoek gaat bij Feyenoord, een week later FC Utrecht ontvangt terwijl in het laatste weekend een bezoek aan FC Groningen op het programma staat. En dat alles in de wetenschap dat ADO Den Haag en Willem II de club in de nek hijgen.

Lastige klus

De klus voor De Mos is nog lastiger door het ontbreken van enkele belangrijke spelers. Zo zijn Kevin Strootman en aanjager Nathan Rutjes tot het einde van dit seizoen uitgeschakeld, terwijl Emmanuel Boakye al langer ontbreekt. De Mos verraste tegen Heracles met een basisplek voor David Abdul, een aanvallend talent uit de jeugdopleiding van Sparta dat dit seizoen pas tot vier optredens namens de hoofdmacht kwam.

Voor Heracles staan de laatste weken van het seizoen in het teken van het consolideren van de zesde plek. De Heraclieden zagen in een paar duels het gat met AZ, dat één plek hoger staat, groeien tot vijf punten. De play-offplek van Gertjan Verbeek en de zijnen komt echter niet meer in gevaar. Alleen de eindklassering staat nog op het spel, waar FC Utrecht Heracles op slechts een puntje volgt.

Rommelig

De eerste helft van het duel op Het Kasteel werd met name bepaald door rommelig, onverzorgd spel. Kansen waren er nauwelijks, alleen Sparta meldde zich enkele malen gevaarlijk voor het doel van Martin Pieckenhagen. Edouard Duplan soleerde knap door de Heracles-verdediging, maar slaagde er in twee instanties niet in te scoren. Een kopbal van Rydell Poepon verdween net voorlangs en opnieuw Duplan plaatste de bal net over de lat van het doel van Pieckenhagen.

Op slag van rust kreeg Heracles een uitgelezen mogelijkheid de score te openen. Nadat Ruud Knol de dribbelende Darl Douglas vloerde in het strafschopgebied mocht Everton aanleggen vanaf elf meter. De Braziliaan, clubtopscorer aller tijden van Heracles, vond echter Aleksander Seliga op zijn weg. De keeper wist, zij het met wat geluk, de strafschop van Everton te keren.

Een minuut na rust zou Heracles toch op voorsprong komen. De Almeloërs kwamen duidelijk scherper uit de kleedkamer en zagen hun eerste aanval beloond worden met een treffer. Douglas nam het doel van Seliga onder vuur, zijn schot werd echter van richting veranderd. Bas Dost stond op de goede plek om de bal over de doellijn te lopen: 0-1. Ongekende weelde voor Heracles, dat in de Eredivisie pas één keer wist te winnen op Het Kasteel.

Lang mochten de bezoekers niet genieten van de voorsprong. Het eerste Sparta-gevaar na rust leverde direct een treffer op. Duplan ontsnapte aan de aandacht van de Heracles-verdediging en zag kans al vallend, met de buitenkant van de voet, Pieckenhagen te passeren: 1-1. Het gaf de thuisploeg het vertrouwen dat het zo hard nodig heeft. De Rotterdammers wisten immers zeven duels op rij niet tot winst te komen.

De Mos maakt de negentig minuten tijdens zijn debuut als Sparta-trainer niet vol. De oefenmeester werd door de afscheid nemende Roelof Luinge naar de tribune gestuurd. De Mos betrad, nadat volgens hem een Heracles-verdediger hands maakte, uit puur fanatisme het veld. Op aanwijzen van een van zijn assistenten besloot Luinge De Mos uit zijn dug-out te sturen. Zijn assistent Martin Koopman nam de rol van aanjager echter moeiteloos over.

Bij de korte opleving na rust zou het blijven in Rotterdam. Met het eindsignaal in zicht stelden beide ploegen elkaar nog even op de proef, maar tot treffers zou dit niet meer leiden. Met het gelijkspel dat er na negentig minuten op het scorebord stond schieten beide ploegen in dit stadium van de competitie desalniettemin niets op.