Totale anarchie op Ewood Park

26 december 2011 om 22:13

Door: Reon Boeringa

Blackburn Rovers neemt het zaterdag op tegen de grote buur Manchester United. Op het moment van schrijven (maandag) bedraagt het verschil op de ranglijst tussen beide clubs liefst zeventien plaatsen. Man Utd staat tweede, op doelsaldo achter koploper Manchester City. Blackburn bezet sinds de dramatische nederlaag tegen Bolton Wanderers van vorige week dinsdag de laatste plaats.

Toch hebben Man Utd en Blackburn meer gemeen dan je zou denken. Niet alleen behoren beide teams tot de oprichters van de Premier League; Man Utd en Blackburn zijn twee van de in totaal slechts vier clubs die ooit de Premier League wonnen. De andere twee zijn Arsenal en Chelsea. Grote namen als Man City, Liverpool, Tottenham Hotspur en Aston Villa werden sinds de oprichting van de competitie in 1991 nooit kampioen.



Het meest recente succes van Man Utd dateert van afgelopen seizoen, maar voor Blackburn is het al even geleden. In het seizoen 1994-95 ging de kampioensbeker totaal onverwacht naar Blackburn, dat Man Utd toen maar net onder zich hield.

Van de afgrond naar de top

Verreweg de meest belangrijke man achter het succes van Blackburn was geen speler en ook geen trainer. Dat was namelijk Jack Walker, een succesvolle zakenman die in 1991 de zieltogende club uit zijn geboortestad overnam. Blackburn was aan het einde van het seizoen 1990/91 maar net aan degradatie naar de derde divisie ontsnapt. Dat moest anders, vond Walker. En zo geschiedde.

Eén van zijn eerste daden was het aanstellen van de toen pas veertigjarige Kenny Dalglish als manager. Walker investeerde daarnaast vanuit eigen zak miljoenen in zijn favoriete club en brak daarmee tot twee keer toe het Britse transferrecord. In 1992 betaalde Walker 3.3 miljoen pond voor Alan Shearer van Southampton. Shearer zou een topaankoop blijken. Hij ontwikkelde zich op Ewood Park tot een doelpuntenmachine. Hij werd in het kampioensjaar van Blackburn topscorer met liefst 34 goals. Zijn maatje voorin was dat seizoen Chris Sutton, voor wie Blackburn  in 1994 het recordbedrag van ruim vijf miljoen pond neertelde.



Eendagsvlieg

Blackburn bleek een eendagsvlieg in de Engelse top. In de jaren na het kampioenschap zakte de club steeds verder weg, waarna het in 1999 zelfs degradeerde. De dood van suikeroom Walker in 2000 markeerde definitief het einde van een tijdperk voor The Rovers. In 2001 wist Blackburn terug te keren naar de Premier League, maar de successen uit de Walker-periode keerden nooit terug.

Blackburn hobbelde in het decennium na de promotie rustig mee in de anonimiteit van de Premier League, dus toen zich in november van 2010 weer een steenrijke partij aandiende om de club te kopen sloeg de fantasie van de gemiddelde Blackburn-fan op hol. Dat de koper ditmaal niet een selfmade man uit Blackburn was, maar schimmig consortium uit India, deerde niet.

Een nieuw tijdperk

De eerste daad van de nieuwe eigenaren leek zelfs verdacht veel op wat Walker twintig jaar geleden deed nadat hij de club kocht. De zittende manager, Sam Allardyce, werd weggestuurd en Venky?s ?de naam van het Indiase consortium-  beloofde net als Walker al die jaren geleden een vervanger van naam. In de tussentijd werd Allardyce?s wat sullige assistent Steve Kean naar voren geschoven. De fans vonden het prima; helemaal omdat Venky?s beloofde wereldsterren naar Ewood Park te lokken.



November werd december en december werd januari. Kean bleef zitten en wereldsterren kwamen er niet. Sterker nog: de totaal onbekende Argentijn Mauro Formica bleek de enige winteraankoop van Blackburn. In de maanden erna gleed Blackburn gevaarlijk ver af op de ranglijst. Toen Allardyce in november werd ontslagen bezette de club een veilige plek in de middenmoot. Het seizoen eindigde slechts vier punten boven de degradatiestreep.

Ongekende protesten

Toen ook in de zomer van 2011 grote aankopen uitbleven en de zeer impopulaire Kean de baas bleef besloten de fans van Blackburn in opstand te komen. Rond elke wedstrijd van hun club laten ze hun protesten luid en duidelijk horen. De sfeer werd uiteindelijk zo negatief dat de club besloot alle kritische spandoeken te weren. De oplossing die de Blackburn-fans vonden toont hun vastberadenheid: tijdens het duel met Chelsea op 5 november lieten zij een vliegtuigje overvliegen met daarachter de tekst: ?Steve Kean out?.

Venky?s bleef echter achter de beschimpte manager staan, waardoor de sfeer alleen maar grimmiger is geworden. Kean ziet als een berg op tegen thuiswedstrijden, want hij krijgt van de fans de meest vreselijke verwensingen naar zijn hoofd. ?Het is schandalig dat een manager zo behandeld wordt. Ik kon het niet meer aanzien?, liet Everton-manager David Moyes na een recent bezoek aan Ewood Park weten. Uit woede en als steunbetuiging aan zijn stadgenoot Kean (beiden komen uit Glasgow) verliet Moyes de wedstrijd halverwege.



Fans: liever degradatie dan zo verder

De spelers van Blackburn weten zich geen raad met de situatie. "We hebben geen mening over de positie van de manager", liet spits Yakubu zich politiek correct uit. De houding van de fans dreigt de club echter ten gronde te richten: "Als spelersgroep hebben we de steun van de supporters echter keihard nodig. Alle negativiteit heeft veel invloed op ons. Voor een thuiswedstrijd zijn we altijd in onzekerheid: zullen de fans achter ons staan of zullen ze zich weer van de club afkeren?"

Blackburn Rovers zit in een negatieve spiraal die zijn gelijke niet kent. Venky?s staat, voorlopig, pal achter Kean, die op zijn beurt aangeeft "een knokker" te zijn die nooit opgeeft. Opgeven zullen de fans ook niet doen. Supportersverenigingen lieten weten te blijven protesteren tot Kean weg is, hopelijk gevolgd door Venky?s. Daar hebben de fans alles voor over, zelfs een eventuele degradatie naar het Championship. Uiteindelijk zal hun club er weer bovenop komen, geloven zij. Dat gebeurde begin jaren negentig immers ook toen Blackburn aan het randje van de sportieve afgrond bungelde.

Lees meer over:

Deel via