Duitsland met overtuiging naar halve finale
Bondscoach Joachim Löw had zijn formatie op vier posities gewijzigd, vergeleken met het laatste groepsduel met Denemarken. Dat was nogal opvallend voor een elftal dat de voorgaande drie duels won. Miroslav Klose verving in de spits Mario Gomez, die dit toernooi al drie keer scoorde. Ook Marco Reus en André Schürrle stonden in de basis, wat ten koste ging van Lukas Podolski en Thomas Müller. Verder was Jerome Boateng terug na een schorsing.
Löw wilde tegen de ultra-defensieve Grieken meer beweging in het aanvalsspel, aangevoerd van het midden door vormgever Mesut Özil. Dat lukte aardig. Özil kreeg in de 23ste minuut zelf een fraaie kans, maar schoot te zacht in. Kort daarna kon Klose de bal net niet intikken, na een mooi door Reus en Özil opgezette aanval. Reus knalde twee keer in kansrijke positie naast. Waarschijnlijk hadden de Duitsers meer rendement uit hun aanvalsspel gehaald als ze wat minder slordig waren geweest.
Uitgerekend een verdediger scoorde wel. De opgekomen vleugelverdediger Philipp Lahm, ondanks zijn rechterbeen spelend op links, kon in de 39ste minuut ongehinderd oprukken. Van net buiten het strafschopgebied knalde hij de bal langs doelman Michail Sifakis, die het hele duel amper een bal klemvast had.
Tot dan hadden de Grieken zich voornamelijk beperkt tot verdedigen. Ze waren bezig de aanvallen van de tegenstander af te breken, in plaats van ze zelf op te zetten. Een aardig schot was er, van Sotirios Ninis. Doelman Manuel Neuer maakte dat onschadelijk.
In de tweede helft was er meer spektakel. Griekenland moest komen. Eerst maakte Georgios Samaras de 1-1. De oud-speler van Heerenveen scoorde op aangeven van Dimitris Salpingidis. Nog voordat de Grieken echter konden terug vallen op hun behoudende stijl sloeg Duitsland opnieuw toe. Sami Khedira nam de bal ineens of de slof, na een voorzet van Boateng (2-1). Even later kopte Klose na een hoekschop heel simpel de 3-1 in. Reus knalde met overtuiging nummer vier in de touwen.