PSV hekelt Spaans handelen en trekt aan de bel
De Eredivisie-club maakte de laatste jaren meerdere malen mee dat bij een transfer van een speler naar Spanje de nieuwe werkgever simpelweg niet betaalde. De nieuwste boosdoener is Sevilla. De club uit de Primera División nam in 2007 Arouna Koné over van PSV, tot op heden wachten de Eindhovenaren nog altijd op een som van twee miljoen euro.
Op de officiële website laat PSV weten dat rond die transfer is afgesproken dat Sevilla het bedrag te allen tijde dient te betalen. Ook als de speler getransfereerd wordt of wanneer zijn contract bij de club afloopt. "Er is geen enkele andere interpretatie mogelijk dan dat Sevilla moet betalen", zegt preses Tiny Sanders op het digitale thuis van de club.
PSV ergert zich aan de manier van handelen van de Spaanse clubs. "Sommige Spaanse voetbalclubs, waaronder Sevilla FC, weigeren contractuele afspraken na te komen en negeren de internationale zakelijke omgangsregels", aldus Sanders. Nu Sevilla weigert om een afgesproken betalingsverplichting aan PSV na te komen, besluit Sanders aan de bel te trekken.
"Het is sowieso al hoogst opmerkelijk dat clubs die onder een Spaanse vorm van curatele staan, nog steeds spelers kunnen kopen en hen hoge salarissen bieden; terwijl zij niet verplicht worden om hun crediteuren te betalen", aldus Sanders. Eerder was het Real Betis dat PSV een hak zette. Die club trok Robert de Pinha aan, maar voldeed - ondanks een bindend vonnis van het CAS - nog niet aan zijn betalingsverplichting.
Sanders: "Een procedure bij de FIFA is een uitermate lang proces. Het heeft er alle schijn van dat sommige Spaanse clubs, zoals Sevilla FC, misbruik maken van die extra gewonnen tijd om hun geld anders uit te geven, in de wetenschap dat een surseance onder Spaanse regels hen kan vrijwaren van betaling aan andere partijen."