Olfers: 'Veel maffiapraktijken in Azerbeidzjan'
Olfers verdedigde twee seizoenen de kleuren van Qäbälä PFK en zat sinds de zomer van 2012 zonder club, voordat hij zich deze week bij zijn oude werkgever Excelsior meldde. Een langer verblijf in Azerbeidzjan was mogelijk, maar daar bedankte de Haarlemmer voor.
"Zoals ze daar wedstrijden spelen, dat is gewoon corrupt", vertelt hij aan het Algemeen Dagblad. "Er zijn veel maffiapraktijken, bij spelers en scheidsrechters. Ik weet niet of ze heel erg blij zijn dat ik dit vertel. Als je me morgen niet meer ziet, weet je in elk geval hoe het komt, haha."
"Alles wat daar normaal is, is hier niet normaal", vervolgt Olfers. "De clubs zijn van rijke eigenaren, die zien het voetbal als een hobby en nemen het niet serieus. Er wordt geld gestoken in prachtige stadions, maar de velden liggen er dramatisch bij en de randvoorwaarden kloppen niet. Er loopt best wel talent rond, maar ze krijgen niet de kans om zich te ontwikkelen. Alles gaat er buitengewoon langzaam."
Uitgestorven
Naast de vreemde pratijken was ook de privésituatie slecht. "Qäbälä was vroeger een pelgrimsoord, maar tegenwoordig komt er niemand meer", legt Olfers uit. "Het is echt een ouderwets bergdorp en ik moest me er met handen en voeten verstaanbaar maken."
"Mijn gezin verbleef in de hoofdstad Baku, dat lag op drie uur rijden. Ik zat zelf in een vrijwel uitgestorven hotel. We hebben het uiteindelijk gered met zijn viertjes, maar vraag niet hoe", besluit Olfers, die zich nu bij Excelsior fit wil houden.