RKC-target in de wachtkamer bij KV Mechelen

Junker: “Ik zou graag nog in Nederland spelen”

2 juli 2013 om 19:36

Wouter Quint
ARNHEM

Nicklas Pedersen vertrekt zo goed als zeker naar AA Gent. Daarmee is Junker de enige overgebleven spits van KV Mechelen. “Ik ga hier rustig aan de voorbereiding mee doen, dan zien we wel”, vertelt de oud-spits van Roda JC en Vitesse aan VoetbalPrimeur. “KV Mechelen wil met twee spitsen gaan spelen en er zijn niet veel aanvallers meer over. Er is een wat andere situatie ontstaan. Ik ga in eerste instantie voor mijn kans bij Mechelen, ik heb nog wel de wens om hier te slagen. Ik ken de trainer (Harm van Veldhoven, red.) goed en het is een leuke groep. Maar als het hier niets wordt ga ik graag terug naar Nederland.”

Junker bevestigt dat RKC zich heeft gemeld. “Dat is op zich interessant. Dat hebben we RKC ook laten weten. Ik zou graag nog in Nederland willen spelen, het blijft een leuke competitie. Of het nu bij RKC is of ergens anders. Het zou natuurlijk leuk zijn om terug in Limburg te komen, na die mooie jaren bij Roda JC. Zij hebben, na het vertrek van Sanharib Malki en Frank Demouge, ook niet zoveel spitsen meer over. Ik ken de Nederlandse competitie goed en zij kennen mij. Een halfjaar geleden was een vertrek heel snel en makkelijk gegaan, omdat ik niet zoveel speelde. Maar KV Mechelen laat nu niet alles wat ze nog kunnen gebruiken direct weglopen.”

Transfervrij
Hoewel er meer eredivisionisten voorzichtig de interesse van Junker polsten, was RKC tot dusver de enige club die concreet werd. Junker verwacht dat hij, als het tot een overgang komt, transfervrij mag vertrekken. “Daar heb ik het net voor de zomer over gehad met Mechelen. Ik heb een bepaalde leeftijd en ben ook transfervrij binnengekomen, dus dat is niet het grootste probleem. Wat dat betreft willen ze wel meewerken. Maar nu zitten ze krap voorin, waardoor ze niet gelijk alles willen laten lopen. Ze moeten nog een paar spitsen kunnen opstellen in de eerste wedstrijd tegen Standard Luik.”

RKC heeft een van de laagste begrotingen van de Eredivisie, maar salaris is voor de Deen niet het belangrijkste. “Dat is niet per se een obstakel. Ik heb daar niet met de club over gesproken. Maar er zullen geen miljoenen worden betaald. Voor mij zou het spelen in de Eredivisie voorop staan. Dat blijf ik de leukste competitie vinden. Ik heb er ook langer gespeeld dan in Denemarken. Daarom zou ik sneller naar de Eredivisie terugkeren dan naar Denemarken. Nu is het belangrijkste fit worden in de voorbereiding, dan kun je vervolgens nog alle kanten op.”

Tegenvallend jaar
Het eerste jaar in België verliep voor Junker, die nog een eenjarig contract bij Mechelen heeft, niet naar verwachting. “Het is niet helemaal geworden wat we er van gehoopt hadden, hoewel de ploeg wel als achtste eindigde. Ik heb zelf vijf goals gemaakt en vier of vijf assists gegeven. Dat is niet wat ik gewend was. Ik moest wennen aan het systeem, met één spits, en de Belgische competitie. Na tien wedstrijden raakte ik geblesseerd, toen kwam Pedersen in het elftal. Hij heeft het heel goed gedaan. In de tweede seizoenshelft heb ik wel een beetje mijn kans gehad. Uiteindelijk was ik blijkbaar wel de meest efficiënte speler, gezien het aantal speelminuten.”

“Het is hier veel meer fysiek, het is meer bikkelen en hard werken”, wijst Junker op een verschil tussen de Nederlandse en de Belgische competitie. “Er wordt beter verdedigd en misschien wat minder goed aanvallend voetbal gespeeld. In Nederland moet elke verdediger mee kunnen voetballen. Hier moet je in de eerste plaats verdedigen. Dan zie je daarna wel of je ook kunt meevoetballen. De subtop in België is gelijkwaardig aan de middenmoot in Nederland. De topclubs in Nederland zijn verder. Anderlecht zou nog wel bij de bovenste vier in de Eredivisie mee kunnen doen, maar daaronder is in België nog een gat.”

“België haakt aan”
Junker merkt wel dat de achterstand van België op het Nederlandse voetbal langzaamaan afneemt. “Op de langere termijn haakt het Belgische voetbal aan”, verwacht de aanvaller. “Kijk naar het talent in het Belgische nationale team en de investeringen in accommodaties. Nu zijn het buiten de onderkomens van Standard Luik, Anderlecht, Club Brugge en KRC Genk alleen maar oude stadions. Daar komt langzaamaan verandering in. Bij veel clubs in België lijkt het financieel veel beter te gaan dan bij diverse Nederlandse clubs.”