Van As wil tussen 10e en 14e plaats eindigen

"Adequate vervangers zullen opstaan bij NAC"

24 juli 2013 om 16:26

NAC wist zich vorig seizoen met kunst- en vliegwerk te handhaven in de Eredivisie. "De keuze voor Nebojsa Gudelj is uiteindelijk de doorslaggevende factor geweest in ons succes, maar daarvoor moesten we op persoonlijk vlak door een diep dal met het ontslag van John Karelse", blikt Van As terug. "Dat hoofdstuk had ons makkelijk bespaard kunnen blijven, maar we hoopten dat het vertrouwen zou groeien toen we John in 2012 een contractverlenging aanboden. Het tegengestelde bleek waar. En kijk waar we nu staan: ik durf met een gerust hart dezelfde doelstelling te herhalen. NAC eindigt dit jaar tussen plek 10 en 14."

Mouwen opstropen
Dat spelers als Kees Luijckx, Eric Botteghin en Nemanja Gudelj vertrokken, heeft geen invloed op die doelstelling. "Door de jaren heen zijn we spelers kwijtgeraakt en door de jaren heen zijn er spelers bijgekomen. De verkoop van twee van de drie spelers die je noemt, komt op een fantastisch tijdstip en is sowieso goed voor NAC. De verkoop van Gudelj natuurlijk voorop. Een jongen uit de eigen jeugd verkopen voor de grootste transfersom uit de geschiedenis is fantastisch. Adequate vervangers zullen opstaan en de mouwen opstropen, daar ben ik echt niet bang voor."

Werkcultuur
"Ook op kantoor moeten mensen elkaar blind kunnen vertrouwen", meent Eskes. "NAC heeft daar de laatste maanden wel stappen in genomen, inclusief de toevoegingen aan de directie van Justin Goetzee en Edwin Gerritsen. Als je vanuit dat vertrouwen ook successen gaat boeken, dan zie je dat veel zaken in je voordeel uitpakken en dat je langzaamaan ook het vertrouwen van de buitenwacht geniet. We laten op alle gebieden een stabiele en duurzame groei zien. De manier waarop wij de afgelopen weken seizoenkaarthouders hebben nagebeld door met z’n allen de telefoon te pakken, onderstreept dat er op kantoor weer een ‘wij’-gevoel begint te heersen. De club wordt langzaam weer gezond; niet alleen financieel, maar ook de werkcultuur."