Boschker: "Je kunt moeilijk zegen dat ik eerder had moeten stoppen"
In de catacomben van het stadion van FC Twente 1965 hangen portretten van alle trainers die de club hebben gediend. "Ik heb ze ongeveer allemaal meegemaakt", grapt Sander Boschker (43) met gevoel voor overdrijving, als hij langs de galerij loopt.
Vanaf 1989 stond hij, met onderbreking van een jaar, onder contract bij de club uit Enschede. Zondag maakte hij bekend dat dit seizoen zijn laatste is. Dat deed iets met hem. "Ik ben er trots op dat ik onderdeel ben van de geschiedenis van deze club."
25 jaar profvoetbal, waarvan 24 seizoenen bij FC Twente. Niemand speelde zo veel wedstrijden voor één club. De kans dat het record ooit nog wordt verbroken is uitermate klein. "Je moet een beetje geluk hebben'', zegt Boschker, in een terugblik. "Ik was eigenlijk altijd fit. Daar prijs is me gelukkig mee. Kijk bij ons eens naar Nicky Kuiper, een jonge speler die de ene na de andere zware knieblessure heeft. Dat is toch verschrikkelijk. Ik ben nu in mijn nadagen wat blessuregevoelig. Daar valt mee te leven."
Mede daarom gingen de trainingen hem zwaarder vallen. "Ik ben eigenlijk altijd elke dag met plezier naar de club gegaan. Alleen de laatste tijd werd het wat minder. Steeds weer had ik last van mijn kuit. Dat begon vervelend te worden. Verder voel ik me nog goed en kan ik het nog aan. FC Twente heeft goede jonge keepers. Voor mij is dit het moment om zelf te beslissen dat ik er mee stop. Niemand heeft gezegd dat het mooi is geweest. Zelf heb ik het moment bepaald. Dat is me wat waard."
Zijn loopbaan heeft ook niet te lang geduurd. "Vorig seizoen heb ik nog belangrijke wedstrijden gespeeld. Na het kampioensjaar 2010 raakte ik mijn basisplaats kwijt, maar speelde ik wel alle bekerwedstrijden. We wonnen de finale in 2011 van Ajax. Dan kun je toch moeilijk zeggen dat ik er eerder mee had moeten ophouden."
In 2010 werd FC Twente met Boschker in het doel kampioen van Nederland. Het was het hoogtepunt uit de historie van de club. "Veel mensen roepen dat ik toen eigenlijk had moeten stoppen, maar ik vind dat zo'n gezwets. Ik heb daarna nog prachtige momenten meegemaakt, ben meegegaan naar het WK in Zuid-Afrika en heb nog een keer de beker gewonnen. Al mijn prijzen heb ik na mijn dertigste gewonnen. Dat had ik bijna allemaal gemist als ik te vroeg was gestopt."
Zijn debuut was tegen Haarlem, in 1989. "Hans de Koning was dacht ik geblesseerd. We speelden gelijk, 2-2. Beide tegentreffers waren een eigen doelpunt, ik dacht van Fred Rutten en André Karnebeek. Een paar seizoenen later werd ik de vaste keeper. FC Twente heeft altijd goede doelmannen gehad, ik ben er daar één van. In de loop der jaren zijn er ook veel vertrokken. Misschien kwam dat wel omdat ik er was." (ANP)