"Ik heb weleens gedacht: 'Met Johan Cruijff waren wij wel wereldkampioen geworden'"

"Ik was dolblij toen ik na de nederlaag tegen Duitsland in het vliegtuig zat"

22 mei 2014 om 14:37

Het WK van 1990 in Italië verliep uitermate teleurstellend voor het Nederlands elftal. Oranje, dat in 1988 de Europese titel veroverde in Duitsland, reisde met torenhoge verwachtingen af naar Italië, maar werd al vroeg in het toernooi uitgeschakeld door Duitsland.

Adri van Tiggelen, toenmalig lid van de selectie van het Nederlands elftal, blikt in gesprek met het Algemeen Dagblad terug op het verloren toernooi in Italië. "Ik was dolblij toen ik na de nederlaag tegen Duitsland in het vliegtuig zat. Alles rond dat toernooi was een drama. Echt waar, van het begin tot het einde", zegt de oud-verdediger in het AD. "Het begon allemaal met het feit dat vooral Ruud Gullit afwilde van bondscoach Thijs Libregts, met wie hij al bij PSV een slechte relatie had gehad. Johan Cruijff moest het WK in Italië gaan doen en heel veel spelers zagen dat wel zitten."

Nog voordat Oranje naar Italië afreisde werd er gestemd door de spelers. "We konden een bondscoach kiezen: Leo Beenhakker, Aad de Mos of Johan Cruijff. Cruijff kreeg natuurlijk de meeste stemmen. Ik had zelf niets tegen Libregts, maar ook ik zag het wel zitten als Cruijff het ging doen. Cruijff wilde mij ooit naar Ajax halen en iedereen was nieuwsgierig hoe hij het zou aanpakken. Maar Rinus Michels heeft gewoon niets met de stemuitslag gedaan."

"Leo kon er niets aan doen, hij was kansloos"
"Er zijn allerlei theorieën waarom niet, maar feit bleef dat bijna iedereen teleurgesteld was dat Cruijff afhaakte. Beenhakker moest het gaan doen, maar hij begon aan een baan waarin hij bij voorbaat al geen succes meer kon boeken. Leo kon er niets aan doen, hij was kansloos", gaat Van Tiggelen verder. "Wat er fout ging? Onze toppers konden het niet brengen. Marco van Basten en Ruud Gullit. Dat gold minder voor Frank Rijkaard."

"Het was een diepe teleurstelling. Heel Nederland verwachtte dat wij na de Europese titel van 1988 een serieuze gooi naar de wereldtitel zouden doen. Maar het zat er totaal niet in. En eerlijk gezegd heb ik weleens gedacht: 'Met Johan Cruijff waren wij wel wereldkampioen geworden'. Het is een gedachte, bewijs is er niet. Maar dat gevoel had ik in Italië echt", besluit Van Tiggelen in AD/Sportwereld.