Martins Indi: "Soms vind ik het gek dat mensen niet zien dat ik goed kan voetballen"
Diego Costa gaf Bruno Martins Indi een kopstoot tijdens Spanje-Nederland. Later in het WK liep de verdediger nog een hersenschudding op. Tegen Mexico kwam hij al snel in het veld en stond hij er weer. In Nederland is hij uitgegroeid tot nationale held.
Die status heeft hij zeker op social media, daar is hij al lange tijd onderwerp van gesprek."Ik hoorde het van mijn zussen", zegt Martins Indi in gesprek met het Algemeen Dagblad. "Zelf vond ik het wel leuk, hoor. En grappig. Maar verder: niet zo heel belangrijk." Hij concentreert zich op het voetbal, alle afleidingen probeert hij te negeren.
De defensieve kracht is soms wel vol verbazing over hoe mensen naar hem kijken. "Soms vind ik het gek dat mensen niet zien dat ik goed kan voetballen. Dat ze denken: ach, die grote donkere jongen daar achterin, die kan vast niet opbouwen. Maar weet jij welke verdediger de bal tegen Mexico het vaakst in de volgende fase heeft gebracht? Juist, dat was ik", vervolgt Indi in gesprek met AD/Sportwereld.
Het is ook een stuk ontwikkeling. Daar is hij trots op. "Weet je nog dat ik bij Feyenoord zoveel moeite had om linksback te spelen? Mijn zaakwaarnemer Rodger Linse ging toen echt de strijd met me aan. Vond dat ik mezelf blokkeerde door zo eigenwijs en koppig te zijn. Heel veel discussies hebben we daarover gehad. Zondag tegen Mexico speelde ik bijna de hele tweede helft linksback hè. Zo kort na die hersenschudding, op het allerhoogste podium. Ik voelde me goed. Helemaal vrij in mijn hoofd. Ja, dan ben ik wel even trots op mezelf. Dat mag wel toch?"