Van Hanegem over gepasseerd duo: 'Boëtius zie ik terugvechten, maar Vilhena niet'

'Iedereen loopt te juichen en Vilhena loopt met een gezicht als een oorwurm rond'

6 oktober 2014 om 08:40

Willem van Hanegem viel zondag op dat niet iedereen binnen Feyenoord even blij leek te zijn met de zege op FC Groningen. Bankzitter Tonny Vilhena kon zich maar moeilijk opladen voor een feestje na de 4-0 zege.

'Feyenoord beleeft qua resultaat een aardige week en juist daarom trof mij het beeld van Tonny Vilhena in het slot van de wedstrijd tegen FC Groningen’, schrijft Van Hanegem in zijn column in het Algemeen Dagblad. 'Het vierde doelpunt valt, iedereen loopt te juichen en elkaar te feliciteren en invaller Vilhena loopt met een gezicht als een oorwurm rond. Totaal het plezier in zijn sport verloren, terwijl hij in een feestende Kuip als Feyenoord-speler over het gras loopt'.

'Ik vond dat een naargeestig beeld. Boëtius en Vilhena hebben het moeilijk bij Feyenoord. Ze zijn hun basisplaats kwijt, de trainer kijkt even minder naar ze om, ze hebben het gevoel niet meer mee te tellen. Dat vreet aan die gasten. Heel jammer is dat. Het zijn geen stugge middenveldertjes die een keer een fout mogen maken. Het zijn spelers voor wie je naar het stadion gaat, naar wie iedereen kijkt. Ze zoeken hun man op en gaan voor de actie, ze nemen risico in hun spel. Daar worden ze op afgerekend'.

'Boëtius zie ik terugvechten, maar Vilhena niet'
'Als jonge jongen moet je daarmee om leren gaan. Plotseling lig je er even uit en dan komt het op het mentale aspect aan. Boëtius zie ik terugvechten, maar Vilhena niet. Ze worden helaas niet geholpen door de bondscoach van Jong Oranje, Adri Koster. Die speelt straks een barrage van twee wedstrijden tegen Portugal om het EK van volgend jaar te bereiken, maar hij meent het zonder deze twee te moeten doen', gaat Van Hanegem verder in AD/Sportwereld.

De beslissing van Koster om het duo te passeren, zorgt voor vertwijfeling bij Van Hanegem. 'Dat begrijp ik dan dus niet. Wijs mij spelers bij Jong Oranje aan die beter zijn dan zij? Die zijn er niet. Juist als bondscoach moet je durven te rekenen op de ingevingen van jongens als Boëtius en Vilhena. Ze zouden wel eens extra gemotiveerd kunnen zijn en dat extra heb je hard nodig want winnen wij wel eens een wedstrijd van Portugezen? Niet vaak toch?', aldus De Kromme in het dagblad.