Voormalig cultheld over 'zwarte gat': "Ik moest bijna huilen, zo klein voelde ik me"
Sjaak Polak groeide tijdens zijn actieve carrière als profvoetballer uit tot een ware cultheld. De oud-speler van onder andere ADO Den Haag en FC Twente kwam naar zijn zeggen na zijn professionele loopbaan in het zogenoemde ‘zwarte gat’ terecht.
"Mensen denken dat je als ex-voetballer miljonair bent, maar ik ben juist altijd de goedkoopste speler van de selectie geweest. Als ik wat beter had onderhandeld, had ik nu rustig op een stoeltje kunnen gaan zitten wachten of er iets leuks voorbij zou komen. Dat is niet het geval", aldus Polak tegenover het Nederlands Dagblad.
De huidige hoofdtrainer van amateurclub RSV Hoekpolder merkte snel dat er een groot verschil was tussen de periode die hij als profvoetballer actief was en de tijd nadat hij zijn schoenen aan de kant had 'gegooid'. "Als voetballer ben je dé man. Het is allemaal leuk hoor, vrije trap erin schieten en mensen juichend op de banken. Je bent een topper zeggen ze dan, maar als je bent gestopt stoppen ze je in een kast en doen ze de deur op slot. Je bent verleden tijd."
Polak moest zich, net zoals iedereen die geen werk meer heeft, melden bij het UWV. Dit om een uitkering aan te vragen. "In de wachtkamer zei iemand tegen mij: 'Jij bent toch Sjaak Polak? Jij hoeft hier toch helemaal niet te zitten? Ik zeg: 'U ook een goedemorgen'. Ik moest bijna huilen, zo klein voelde ik me."
Polak brak door bij amateurclub SVV Scheveningen waarmee hij in 1996 algeheel amateurkampioen werd van Nederland. Vervolgens kwam hij uit voor Excelsior, FC Twente, ADO Den Haag, Sparta, BV Veendam, RBC Roosendaal en de Texas Dutch Lions.