Cambuur-vleugelaar: "Het is te gek om zo'n finale voor Nederland te spelen"
Daniël de Ridder werd in zijn Ajax-tijd een gouden toekomst voorspeld. De buitenspeler stroomde over van talent en leek hard op weg de nationale en zelfs internationale top te bestormen. Het liep allemaal wat anders, vat de huidige speler van SC Cambuur samen.
Het hoogtepunt van zijn carrière beleefde De Ridder niet in het shirt van het 'grote Oranje', maar met Jong Oranje. In 2006 en 2007 kroonde de ploeg zich tot Europees kampioen. Af en toe denkt De Ridder terug aan die toernooien. "Nu het huidige Jong Oranje helaas niet mag meedoen aan het EK volgend jaar, besef ik hoe bijzonder het was dat wij twee keer gewonnen hebben", zegt De Ridder in gesprek met Heldenonline.nl.
"2006 was voor mij een minder toernooi, ik begon in de basis maar al snel speelde ik steeds minder. In de finale gaf ik wel een mooie assist en ik maakte een belangrijke goal tegen Italie. Het grappige is, dat het een jaar later precies andersom was: ik begon op de bank en eindigde in de basis en gaf drie assists in de finale. Het is te gek om zo'n finale voor Nederland te spelen", vervolgt de aanvaller, die zondag met SC Cambuur de Friese derby tegen sc Heerenveen afwerkt.
De Ridder is van mening dat er meer in zijn carrière had gezeten. Volgens de voetballer had hij op basis van zijn talent bij Europese topclubs kunnen spelen. "Ik droomde ervan om bij de beste clubs van de wereld te spelen en ik heb het gevoel dat ik dat had gekund. Maar ik vind het nu niet meer zo erg. Ik heb laten zien wat ik kan, misschien niet constant maar wel bij vlagen."
"Ik heb geweldige wedstrijden gespeeld tegen topclubs als Arsenal, Manchester City en Real Madrid", haalt De Ridder terug in gesprek met Helden. "Tegen Arsenal en City was ik bijvoorbeeld een van de besten op het veld. Ik heb voor mezelf de bevestiging dat ik dat talent aan kon. Nu is het een uitdaging om dit seizoen constant te blijven spelen."