Oud-international Oranje ziet positieve ontwikkeling: "Ik kom alleen uit op Gomes"
Buitenlandse keepers worden in de Nederlandse Eredivisie steeds schaarser. Namen als Jasper Cillessen, Jeroen Zoet, Kenneth Vermeer, Nick Marsman en Warner Hahn komen voorbij in de bovenste regionen. Een goede zaak, zo stelt oud-doelman Hans van Breukelen.
"Nederland stond altijd al bekend om zijn opleiding. Maar de keepers hingen er altijd toch een beetje bij. De laatste jaren is dat veranderd, er wordt meer geïnvesteerd in keepers. Clubs kiezen over het algemeen jongens die hier zijn opgeleid en niet meer voor de 'Grandels' van deze wereld", verwijst Van Breukelen in gesprek met Metro naar de fameuze grabbelaar van FC Utrecht. "Ik juich dat natuurlijk toe. Noem mij één buitenlandse keeper die er in de afgelopen jaren écht bovenuit stak, ik kom alleen uit op Heurelho Gomes bij PSV."
In het verleden stonden vooral geroutineerde mannen onder de lat, maar dat patroon heeft een renovatie ondergaan. "Meer dan ooit is alles gericht op de jeugd. Dat zie je ook terug in de voetballerij. Vroeger waren spelers 21, 22 jaar bij hun debuut en keepers 24, 25 jaar. Dat is nu verschoven. Waar spelers nu al op hun zeventiende debuteren, pakken veel keepers nu op hun 21e hun eerste speelminuten"
Toch plaatst de oud-international van Oranje ook een kanttekening. "Jongens als Diederik de Boer en Remko Pasveer kiezen er bij respectievelijk Ajax en PSV voor om tweede keeper te zijn. Als zij bij PEC Zwolle en Heracles waren gebleven had je nog twee oudere keepers in de Eredivisie gehad. En net zoals bij spelers, kiezen ook doelmannen steeds vaker voor het buitenland."