"Dan was ik misschien wel op het eerste vliegtuig naar Nederland gestapt"
Quincy Promes speelt in Rusland, waar het ook rondom het voetbalveld wemelt van het racisme. Maar de buitenspeler waarschuwde onlangs al dat ook Nederland niet zonder racisme is. Afgelopen week kreeg hij volledig gelijk.
Promes stond niet te springen toen Spartak Moskou zich afgelopen zomer meldde. "Laten we eerlijk zijn: Rusland is niet het land waar je als voetballer van droomt", zegt hij in gesprek met Metro. "Rusland associeer je met kou, racisme. Maar toen ik landde, veranderde mijn gevoel. Moskou is een prachtige stad, het scheelt natuurlijk als je daar mag wonen of ergens afgelegen. Russen zijn over het algemeen niet erg gastvrij, maar Moskou is redelijk internationaal georiënteerd."
Promes staat na tien wedstrijden op drie doelpunten en drie assists. Veel aanpassingsproblemen heeft hij dus niet gehad, maar van het Russische leven maakt hij door de taalproblemen weinig mee. "Ik heb een privéchauffeur die me overal naar toe brengt, mijn boodschappen doet. Zonder hem ben ik nergens. Als hij er niet was, dan was ik misschien wel op het eerste vliegtuig naar huis gestapt", vertelt Promes, die persoonlijk nog geen hinder ondervond van Russisch racisme. "Misschien is het in Rusland meer aanwezig dan elders in Europa. Racisme is verschrikkelijk en helaas is het overal. Ook in sommige gedeelten van Nederland." Dat bleek niet veel later wel na de groupsselfie waar Promes ook op staat.