Rijpend talent: "Ik heb nog niet alle onderdelen van een Ajax-spits onder controle"
Voor Richairo Zivkovic was het eerste halfjaar bij Ajax pittig. De van FC Groningen overgekomen spits wilde er meteen staan, maar de club besloot dat hij eerst bij Jong Ajax aan het Amsterdamse spelletje moest wennen. Vlak voor de winterstop pikte hij aan bij het eerste elftal.
"Het was een moeizame start", is Zivkovic eerlijk op de clubsite. "Ik wilde zo snel mogelijk bij het eerste aansluiten. Vooraf was al bekend dat ik bij Jong Ajax zou beginnen. Dat vond ik geen probleem, toch bleek het in de praktijk niet makkelijk. Ik dacht dat ik het aankon, maar het voelde als een stap terug. Mentaal moesten er wat dingen veranderen in mijn hoofd. Ik wilde teveel, dacht te veel. Dat was niet de bedoeling. Uiteindelijk wist ik gewoon: ik moet harder mijn best doen en minder klagen."
In de Jupiler League scoorde Zivkovic (18) dertien keer in veertien duels. Inmiddels heeft hij ook voor Ajax 1 zijn eerste treffer te pakken. Als invaller liet hij tegen Excelsior (0-2) de tweede goal aantekenen. "Bij Jong Ajax in de Jupiler League heb ik me ontwikkeld, stappen gemaakt", beseft hij. "Het is een andere competitie dan de Eredivisie, dat was even wennen. In de Jupiler League staat het achterin altijd man op man. In het begin had ik daar moeite mee, maar ik begon het steeds beter te begrijpen, steeds meer doelpunten te maken. Fysiek werd ik ook steeds sterker."
Champions League-debuut
Die goal tegen Excelsior was echter niet zijn mooiste moment in Amsterdamse dienst. "Dat was mijn debuut in de Champions League tegen APOEL. Als klein kind droom je er al van om daar te spelen. Je kijkt al die wedstrijden op tv, hoopt dat je dat ooit zelf mee mag maken. Uiteindelijk was mijn echte debuut (het bekerduel met Urk niet meegerekend, red.) voor Ajax meteen die wedstrijd in de Champions League. Dat is een prachtig gevoel natuurlijk. Het shirtje heb ik bewaard", vertelt Zivkovic over de vijf minuten die hij kreeg.
Zivkovic krijgt in Amsterdam de tijd om te groeien en een Ajax-spits te worden. Voorlopig moet hij ook Arek Milik en Kolbeinn Sigthórsson voor zich dulden. "Dat zijn twee goede, complete spitsen. Ik ben jong, heb nog niet alle onderdelen van een Ajax-spits onder controle. Mijn sterke punten moeten nog sterker, mijn zwakke punten moeten eruit. Ik heb lengte maar kan bijvoorbeeld nog niet supergoed koppen, ook de bal vasthouden in de kleine ruimte is bijvoorbeeld iets dat beter moet. Daar moet ik keihard aan werken."