Legioen zorgt voor kippenvel: "Hoorden ze zingend door de stad trekken. Mooi man"
Feyenoord weet zich donderdagavond in Rome, waar het speelt tegen AS Roma, gesteund door zo'n vijfduizend meegereisde fans. Dat een grote schare aanhangers flinke invloed heeft op de spelers op het veld, weten Gaston Taument en John Metgod maar al te goed.
Taument beleefde in november 1994 een prachtmoment in de uitwedstrijd tegen Werder Bremen. "Het was niet normaal. Al die mensen die de moeite hadden genomen om ons aan het werk te zien! Toen we het veld op kwamen lopen, kregen we allemaal kippenvel. We noemden de fans toen niet voor niets 'onze jongens'. Dat gaf ons echt een extra boost. We wonnen met 3-4 dus na afloop hebben we uitgebreid feest met die gasten gevierd. Zingen, springen, gek doen."
Het daaropvolgende seizoen, toen Feyenoord tegen Borussia Mönchengladbach (2-2) uitkwam, overtrof de verwachtingen, vertelt Taument tegen Metro. "Toen wisten we helemaal niet wat we meemaakten. Ik geloof dat er vijftienduizend supporters van ons bij waren. Toen we op de wedstrijddag lagen te rusten op de hotelkamer, hoorden we ze zingend door de stad trekken. Mooi man. En toen we in het stadion kwamen, zaten de tribunes he-le-maal vol met Feyenoorders. Alsof we thuis speelden."
Uitduel in Milaan
Feyenoord won in 2002 de UEFA Cup. In de halve finale rekende het af met Internazionale. In Milaan zaten circa achtduizend supporters in het Giuseppe Meazza. "Er zaten verdomd weinig toeschouwers in het stadion", vertelt Metgod. "Als er dan van ons een paar duizend de rest overstemmen, dan geeft dat een extra kick. Misschien was het heel anders geweest als het stadion met zeventigduizend uitzinnige Italianen was gevuld. Maar nu hadden we het idee dat we in eigen huis speelden."
"Toen we na afloop in de kleedkamer zaten vond iedereen het niet meer dan logisch om nog even naar de supporters te gaan", vervolgt Metgod. "Ten eerste omdat we het geweldig vonden dat zij met z'n allen waren meegegaan. Ten tweede omdat we graag een feestje met hen wilden vieren. Dat zijn momenten waarop je als speler of trainer denkt: wat kan voetbal toch mooi zijn."