Geplaagd FC Twente mist kans op kans en krijgt deksel op de neus
FC Utrecht heeft zich een grote dienst bewezen door een einde te maken aan een verontrustende reeks. De club won van de laatste tien Eredivisie-wedstrijden in de Galgenwaard tegen FC Twente er slechts één, in oktober 2008. Op een zonnige zondag in april 2015 was het zo ver: 1-0. De treffer kwam op naam van de Fransman Sébastien Haller. Met veel geluk in de slotfase, toen Twente sterk aandrong, bleef het de enige.
Zowel Robby Alflen als Alfred Schreuder stuurde een elftal het veld op met aanvallende bedoelingen. Logisch omdat Utrecht nog degradatievoetbal moest vrezen en Twente ondanks de puntenaftrek Europa nog voor ogen had. De eerste kans was voor de bezoekers (Luc Castaignos), de eerste grote voor de gastheren (Rubio Rubin). Een voortreffelijke reflex van doelman Nick Marsman hield de jonge Amerikaan van scoren af.
Toen waren er nog geen tien minuten verstreken. De rest van de eerste helft domineerde Twente. Dat was vooral te danken aan Hakim Ziyech, de man in vorm, en Youness Mokhtar. Hun acties waren vaak dreigend. Dat Utrecht schadevrij de rust haalde was de verdienste van Robbin Ruiter, die goed keepte, en Kai Heerings. Hij haalde, nadat Mokhtar op de paal had geschoten, de rebound van Ziyech van de doellijn.
Het duel bleef aantrekkelijk na de pauze. Twente viel aan, maar werd minder gevaarlijk; Utrecht loerde op counters, kreeg meer zelfvertrouwen en rook steeds nadrukkelijker een kans. Dat resulteerde in de 1-0. Haller tikte een doorgekopte hoekschop van dichtbij binnen. Het Franse fenomeen had het duel voor het uur kunnen beslissen. Hij mocht doordat de grensrechter hem niet buitenspel vond staan alleen op Marsman af maar stiftte de bal tegen hem aan.
Twente vond daardoor moed voor een slotoffensief. Het geluk ontbrak voor de gelijkmaker. Ziyech zag vrije trappen net naast gaan of gered, invaller Felipe Gutiérrez raakte de paal, Andreas Bjelland had geen succes en Marc van der Maarel kopte een bal uit het Utrechtse doel. (ANP)