"De reden heb ik echter nooit gehoord"

"Vond het vreemd dat ik helemaal niets hoorde van Feyenoord"

21 april 2015 om 20:28

Norichio Nieveld draait een goed seizoen met FC Eindhoven. De voormalige Feyenoorder hoopt dat hij de stap naar de Eredivisie kan maken en kijkt terug op zijn periode in Rotterdam, bij Feyenoord.

Nieveld speelde in het seizoen 2008/2009 in drie wedstrijden van Feyenoord mee. Vervolgens werd hij drie seizoenen op rij verhuurd aan Excelsior. Na een goed eerste jaar had hij gehoopt op een kans bij Feyenoord. "Ik zag voor mezelf wel mogelijkheden bij Feyenoord, maar de club wilde mij opnieuw verhuren. Het was jammer dat de club mij niet wilde terughalen, omdat dit bij anderen wel gebeurde. Ik kon daar uiteindelijk zelf weinig aan doen omdat anderen de keuzes maakten. De reden heb ik echter nooit gehoord", vertelt Nieveld tegenover FR12.

De speler hoorde bijna nooit wat van Feyenoord. "Omdat ik tijdens het tweede seizoen ook een goed seizoen speelde, vond ik het vreemd dat ik helemaal niets hoorde van Feyenoord. Uiteindelijk werden andere spelers wel teruggehaald naar Feyenoord, maar dat was bij mij niet het geval en ik bleef nog een seizoen bij Excelsior", vervolgt de verdediger. "Als je maar niks van Feyenoord hoort, laat dat zien dat er blijkbaar geen toekomst voor mij bij de club is. Ik bleef er op hopen dat de club alsnog iets van zich zou laten horen, maar als je dan niks hoort weet je dat het over is. Ik moest toen niet te veel naar het verleden kijken, maar mezelf richten op de toekomst."

In 2012 liep het contract van Nieveld af; hij trok naar PEC Zwolle en na een jaar verkaste hij naar Eindhoven. Daar gaat het prima en kan Nieveld zijn aflopende contract verlengen. Gaat hij dat ook doen? "Ik wil graag terug naar de Eredivisie, want ik denk dat ik een betere speler ben geworden in vergelijking met een paar jaar geleden. Ik ga play-offs spelen met FC Eindhoven en hoop met de club de Eredivisie in te gaan. Als dat niet gaat lukken, hoop ik op een andere Eredivisie-club", droomt Nieveld, die Sander Fischer van Excelsior onder meer als voorbeeld noemt.