'Bazoer kwam op zijn zestiende en El Ghazi zelfs pas op zijn zeventiende'
Het laten doorbreken van talenten is bij Ajax steeds meer een commercieel dan een sportief verhaal. Dat stelt Piet Keizer, die tegelijkertijd een hoop uitzonderingen ziet.
Keizer vindt dat Frank de Boer soms dwangmatig spelers laat debuteren, alleen maar om de reputatie van de club te onderstrepen. Namelijk dat talenten horen bij Ajax. "Terwijl juist kwaliteit moet bepalen of iemand wel of niet de stap moet maken", stelt de oud-speler (72) in gesprek met Voetbal International. "Maar er zijn zeker uitzonderingen."
"Kenny Tete is een geweldige verdediger, die voegt iets toe, en dat geldt ook voor Riechedly Bazoer. Maar vergeet niet dat Bazoer pas op zijn zestiende bij Ajax kwam. El Ghazi zelfs pas op zijn zeventiende. Dat is misschien helemaal niet slecht voor ze geweest. De vrijheid heeft ze goed gedaan en ze konden vrij snel aanhaken bij de andere talenten."
"Jaïro Riedewald schaar ik meer in de categorie van Gregory van der Wiel, Ricardo van Rhijn en in bepaalde mate Nicolai Boilesen", vervolgt Keizer. "Spelers die moeiteloos mee kunnen doen op een positie waar geen tempo wordt geëist en weerstand wordt gevraagd. Ze hebben allemaal een goede trap, maar dat lijkt me een minste voorwaarde van een voetballer."
Lees ook: de mening van Keizer over de huidige gang van zaken in Amsterdam