'Vermoeide' De Boer: "Ene keer hosanna, andere keer kommer en kwel"
Frank de Boer kan zich niet vinden in de kritiek dat er te weinig jeugdspelers doorbreken bij Ajax. De balans van de Cruijff-revolutie kan pas over pak 'm beet een jaar worden opgemaakt, vindt de trainer.
De Boer benadrukt dat hij nog steeds zoveel mogelijk eigen jeugdspelers probeert te laten spelen, naar de visie van Johan Cruijff. "Ik probeer altijd in die lijn te denken", zegt de Ajax-coach op de persconferentie van vrijdag. "Dat je er steeds over moet praten is vermoeiend. Maar uiteindelijk doe ik altijd mijn ding en dat staat in mijn ogen dicht bij het plan."
Het werken met 'jonge jongens' is voor De Boer ook inherent aan het Nederlandse voetbal. "Je moet accepteren dat je te maken krijgt met schommelingen in de prestaties. De ene keer is het hosanna, de andere keer kommer en kwel. Dat heb ik al vier, vijf jaar meegemaakt. Mensen denken nog steeds dat we even de Champions League gaan winnen, maar dat is gewoon niet meer zo. Wij kunnen niet concurreren met grote competities. Dat soort clubs kunnen vijftig of zeventig miljoen neerleggen voor een speler."
De Boer vindt het bovendien te vroeg om te oordelen over het effect van de Fluwelen Revolutie. "Iedereen denkt bijvoorbeeld dat Jaïro Riedewald en Riechedly Bazoer van de revolutie zijn, maar dat is niet zo. Donny van de Beek, Abdelhak Nouri en Vaclav Cerny zijn meer van die generatie. Dan moeten we pas beoordelen of het nut heeft gehad."