"Toen Wijnaldum vertrok, konden we met zijn DNA op zoek naar eventuele vervangers"
Voetbal en wetenschap gaan steeds beter samen. Tegenwoordig is men in staat om alles zo nauwkeurig mogelijk te meten. Bij PSV zijn er in totaal al vijftien mensen bezig om alles statistisch in kaart te krijgen.
Meerdere video-analisten, een bewegingswetenschapper, een inspanningsfysioloog en nog wat anderen vullen samen de PSV-database. Het heeft allemaal één doel: verbetering van de prestaties op het veld. Wedstrijden zijn belangrijke meetmomenten. Bij elk duel van PSV worden gegevens vergaard over gelopen afstand, schoten en passes. "Er gaan altijd twee specialisten mee", legt Wim Rip (hoofd video-analisten) uit aan het Eindhovens Dagblad. "Zij hebben een tracking-systeem van drie cameraatjes waarmee ze 16 keer per seconde registreren op shirtkleur waar een speler zich op het veld bevindt."
Die gegevens voert Rip handmatig in zijn iPad in. "In de rust kunnen we met beelden laten zien wat er goed en verkeerd ging. We laten die zien aan de technische staf. Zij kunnen dan beslissen om ze aan de groep of spelers individueel te laten zien." Na ieder duel krijgt iedere speler een overzicht van goede en minder goede acties. "We kunnen daarmee een soort DNA van elke speler opstellen. Toen Wijnaldum (Georginio, red.) afgelopen zomer vertrok, konden we met zijn DNA op zoek naar eventuele vervangers."
Rip verwacht dat spelers in de toekomst een chipje krijgen dat alle prestaties in kaart brengt. "Wanneer een speler uit positie loopt, krijgt hij een alarmpje. We hebben zelfs al zoiets tijdens trainingen. De trainer krijgt met dat systeem een melding wanneer een speler uit de pas loopt. Wat we door al deze gegevens in ieder geval wel kunnen, is een norm bepalen. We kunnen controleren: haalt deze speler de norm? Vroeger kon dat niet. Door langer door te gaan met het verzamelen van data wordt die norm ook steeds accurater."