'Eén randdebiel, maar niemand zegt er iets van. Dat is een kwalijke zaak'
Jan Boskamp volgt met stijgende verbazing de ontwikkelingen rondom de velden van de Eredivisieclubs. Eerst was het ADO met spreekkoren richting Ajacied Bazoer, later werd bekend dat Marko Vejinovic met de dood is bedreigd en vorige week was Kenneth Vermeer het mikpunt van spreekkoren en een walgelijke actie met een opblaaspop.
"Je voetbalt bij een club en daar steunen de supporters je. Als je juicht na een goal tegen je ex-club heeft dat niets te maken met een gebrek aan respect, want dan had je maar bij dat andere clubje moeten blijven. Het is net een blijk van waardering aan je huidige fans. Ik zou me als supporter bekocht voelen als een speler van mijn club zou scoren en niet zou juichen. Je wint toch immers allemaal samen!", zegt Boskamp tegen Het Belang van Limburg.
Over de taferelen rondom Vermeer is Boskamp duidelijk. "Zoiets kan natuurlijk niet. Van de 50.000 mensen zijn er 100 dommeriken in zo'n stadion. Dan heb je er één randdebiel bij die zoiets doet. Wat ik kwalijk vind, is dat niemand in het stadion daar iets van zegt. Bovendien zal die gast hulp moeten gehad hebben. Zo'n pop krijg je toch niet zomaarhet stadion in?"
"Mensen moeten juist hun afkeer daarover uitspreken, maar dat gebeurt bijna niet. Mijn grootste genot is dat ik met mijn kleinkinderen naar het voetbal kan gaan, maar als dit blijft duren begin je te denken dat dat niet meer kan. En dan maakt het me niet uit of het nu over Ajax, Feyenoord, Standard of Genk gaat. In Engeland pakken ze dat soort problemen veel beter aan met hoge boetes en meldplicht voor de supporters. Daar zie je dit soort toestanden nauwelijks. Het is een maatschappelijkprobleem, denk ik."