De Tien: clichés die je elke week op de amateurvelden hoort

8 april 2016 om 10:10

Het amateurvoetbal staat bol van de clichés. Elk weekend hoor je op alle amateurvelden steevast dezelfde opmerkingen - of ze nu van ouders, trainers of de spelers zelf afkomstig zijn. Vandaag in De Tien: uitspraken die elke amateurvoetballer gehoord heeft.

"Tijd!"
Zou geroepen moeten worden als je alle tijd hebt om een bal aan te nemen. Wordt vaak geroepen als je juist helemaal geen tijd hebt - en zelden wanneer je zeeën van tijd hebt.

"Bal in de ploeg!"
Het staat 2-1 met nog tien minuten te spelen. De aanvoerder gelooft er heilig in dat zijn ploeg de bal de laatste tien minuten in de ploeg kan houden. Wordt ook vaak geroepen naar de verdediger die de bal het liefst zo ver mogelijk weg schiet.

"Feller erop!"
Er zijn wedstrijden waarin je simpelweg niets te zeggen hebt. De trainer heeft de oplossing. "Feller erop!", hoor je hem schreeuwen. Al sta je met 5-0 achter en mislukt alles, iets feller de duels aan gaan is de oplossing.

"Scheids, tijd hè?"
Ook in het amateurvoetbal heb je spannende wedstrijden. Het maakt niet uit of er nog vijf of tien minuten te spelen zijn, als jouw ploeg met 1-0 voor staat, is het toch écht tijd om te stoppen.

"Eruit!"
Na een corner wordt de bal zo hard mogelijk weggeschoten, in de hoop op een snelle counter. De verdedigers schreeuwen "eruit!" om de tegenstanders buitenspel te zetten.

"Honderd!"
Wanneer een bal hoog over of juist ver naast gaat, is de kans groot dat je ergens op het veld "honderd!" hoort. De tegenstander wil even laten weten dat hij zich niet druk maakt om jouw schoten. Wordt soms opgevolgd door "zelf halen!"

"Wie zijn man was dat?"
De spits van de tegenstander staat ineens één-op-één met de doelman en weet het net te vinden. "Wie zijn man was dat?", wordt geroepen door de aanvoerder.

"Het kan nog!"
Met nog tien minuten te spelen sta je met 6-0 achter, maar de trainer gelooft er nog in. "Het kan nog!", hoor je vanaf de zijlijn. Er is altijd één opportunist die nog in de overwinning gelooft...

"Nu wij!"
Dat wordt standaard door de aanvoerder geroepen na een tegendoelpunt. Vaak vooraf gegaan door "het kan nog!"

"Hij niet, hij niet!"
Wordt vaak geroepen door degene die juist niet kon zien of het buitenspel was of niet. Deze uitspraak hoor je vaak van teamgenoten, maar nóg vaker van toeschouwers.

Lees meer over:

Deel via