Trainersadvies voor clubs: 'Het doet er niet toe wie je bent, maar wat je kunt'
Een hoogstaande spelerscarrière is geen vereiste als je het als trainer ver wil schoppen. Dat is één van de conclusies die Michiel de Hoog van De Correspondent trekt na een onderzoek waarin hij het Nederlandse en het Duitse voetbal naast elkaar legt.
De Hoog meent dat er in Nederland iets te vaak naar het verleden van een jonge trainer wordt gekeken. Zijn carrière als speler wordt vaak heel belangrijk gemaakt. 'Hoe groter je verleden als voetballer, hoe groter je kans om als trainer te slagen, zo lijkt het. In Duitsland gelden inmiddels anders regels. Jong, of oud, wetenschapper of autodidact, ex-prof of zij-instromer, alles kan. Het doet er niet meer toe wie je bent, maar wat je kunt.'
Een groot verschil tussen het Nederlandse en het Duitse voetbal is volgens De Hoog het opleidingsniveau. 60 procent van de Duitse spelers doen namelijk een VWO-opleiding, of hebben die afgerond. 'Hoger opgeleide ouders hoeven daardoor niet te vrezen dat een plaats op de jeugdopleiding ten koste gaat van de schoolcarrière. Het Duitse voetbal kan daardoor putten uit een grotere vijver van talent.' Bij deze statistiek maakt De Hoog de vergelijking met Ajax. 'Ajax rapporteerde trots over zeventien procent VWO'ers, aanzienlijk minder dan de beste Duitse jeugdspelertjes.'