Verweer tegen 'nieuwe' Champions League: 'Hebben het niet alleen over Eredivisie'
In het seizoen 2018/2019 gaat de opzet van de Champions League flink op de schop. Dan krijgen landen als Engeland, Duitsland, Spanje en Italië de mogelijkheid om standaard maar liefst vier clubs naar het miljoenenbal te sturen. Dat valt niet helemaal lekker bij de EPFL (European Professional Football Leagues).
De angst is dat de kloof tussen de grote voetballanden en kleine voetballanden dan nóg groter wordt. Komende week wordt er in Athene een nieuwe UEFA-voorzitter gekozen. De strijd gaat tussen Michael van Praag en de Sloveen Aleksandr Ceferin. Die moet de beslissing terug gaan draaien. Als dat niet gebeurt, overweegt de EPFL om weer nationale wedstrijden te plannen op avonden waarop er normaal gesproken Europees voetbal wordt gespeeld.
"Dan kijken er minder mensen naar de Champions League'' , zegt Jacco Swart, directeur van de Eredivisie en bestuurder van de EPFL in het Algemeen Dagblad. "En dat vinden de marketingmensen daar niet leuk. Want we hebben het dan niet alleen over de Eredivisie, maar dus ook over competities als de Premier League, Bundesliga en de Spaanse Liga."
"We hopen Michael van Praag of Ceferin te overtuigen dat het proces opnieuw moet", aldus Swart. "Het klopt dat Van Praag als lid van het uitvoerend comité zijn handtekening onder de nieuwe opzet van de Champions League heeft gezet. Maar hij heeft ons wel laten weten dat hij het proces rond de besluitvorming opnieuw wil bekijken."