Atlantic League afkomstig uit hoge hoed van PSV: noodzaak hoger dan ooit
De Atlantic League is volgens de grote clubs uit de kleinere competities misschien wel dé oplossing om het sportief en financieel steeds groter wordende gat met de topcompetities te verkleinen. Al sinds 2000 wordt er, af en aan, gesproken over de oprichting van de nieuwe league, met PSV als 'vader' van het plan. Maar is het wel realistisch dat de Atlantic League Ajax, Feyenoord en PSV weer Europees succes gaan brengen?
De clubs praten weer over de Atlantic League, maar nieuw is het plan zeker niet. Al in 2000 opperden PSV-voorzitter Harry van Raaij en directeur Peter Fossen het plan om de grote clubs uit de kleine competities samen te voegen in één competitie, die op dat moment de derde grootste competitie zou worden. Er werden onderhandelingen gevoerd met clubs uit Schotland, België, Portugal en Scandinavië en een delegatie vertrok zelfs met een uitgebreid voorstel, inclusief tv-deals, naar Zwitserland om het voor te leggen aan de UEFA, die het plan onmiddelijk afschoot. Overigens was toenmalig Ajax-voorzitter Michael van Praag ook geen voorstander. Hij vond het plan 'een stap te ver gaan'.
PSV neemt voortouw bij nieuwe pogingen
Sinds het afgeschoten plan van 2000 is het idee om de Atlantic League te introduceren meerdere keren teruggekomen. In 2002 overwogen Celtic en Glasgow Rangers over te stappen naar de Engelse voetbalfederatie en deed Van Raaij een nieuwe poging om de twee clubs te overtuigen van het opbouwen van een nieuwe competitie met achttien tot twintig ploegen, zonder Scandinavische inbreng. Een jaar later lag er weer een ander plan op tafel: de Atlantic League in een toernooivorm met clubs uit België, Nederland, Schotland en Denemarken. En in 2008 werd het balletje voor de Atlantic League weer opgeworpen in Schotland, zonder serieuze onderhandelingen tot gevolg.
Harry van Raaij
De opleving van 2016 is mogelijk serieuzer
Er is paniek ontstaan bij de clubs uit kleinere voetballanden nu, zestien jaar na het ontstaan van het plan, het gat met de Europese top alleen maar groter is geworden en alleen maar groter zal worden. Zeker nu Engeland een bizarre tv-deal heeft gesloten waarmee het financieel een enorme afstand neemt op welke competitie dan ook. De nieuwe gesprekken tussen clubs uit de subtoplanden zijn daar een directe reactie op, net als op het plan van Bayern München-voorzitter Karl-Heinz Rummenigge om een Europese Superliga bestaande uit enkel en alleen de superrijke clubs op te richten. Al sinds begin dit jaar wordt er op hoog niveau onderhandeld over een nieuwe vorm van de Atlantic League, die op z'n vroegst in 2021 geïntroduceerd kan worden.
De deelnemende clubs
Ajax, PSV en Feyenoord zijn de Nederlandse clubs die om de tafel zitten bij de Atlantic League-gesprekken. Andere clubs die meepraten zijn FC Kopenhagen (Denemarken), Malmö (Zweden), Celtic (Schotland), Anderlecht, Club Brugge (België), en Rosenborg (Noorwegen). Het is de bedoeling dat ook Bröndby (Denemarken) en Rangers (Schotland) nog gaan aanschuiven. Portugal doet niet mee aan de gesprekken. Eerder dit jaar was er wel sprake van het mogelijk betrekken van kleinere clubs uit Duitsland, Frankrijk en Italië in de onderhandelingen.
Ajax - Rosenborg in de Champions League van 2002. In de toekomst wellicht bij elkaar in de competitie?
Voordelen
Het is de deelnemende clubs enkel en alleen om meer financiële daadkracht, en dus meer sportieve mogelijkheden, te doen. Een aantrekkelijkere competitie betekent hogere tv-gelden, wat de opties voor het sportieve aspect enorm vergroot. Er kan een ander slag sponsors worden gezocht: sponsors met de ambities om hun internationale naam in zes landen tegelijk op te kunnen bouwen, sponsors die bereid zijn daar ook meer geld voor te investeren. En met meer financiële mogelijkheden én een sportief aantrekkelijker plaatje kunnen spelers sneller verleid worden tot een transfer naar een Atlantic League-club. Spelen op bezoek bij Celtic is immers voor velen toch interessanter dan een zondags bezoekje aan Woudestein.
Nadelen
Die zijn er ook genoeg. Ten eerste: hoe realistisch is het dat met een competitie bestaande uit clubs als Rosenborg of Malmö die enorme tv-deals wél gaan komen? De écht grote sponsoren en tv-stations hebben hun weg naar de Manchester City's en Bayern München's van deze wereld allang gevonden en ook met de Atlantic League wordt het onmogelijk voor clubs om daaraan te kunnen tippen. Daarnaast is er de praktische kant. Weinig mensen zullen de behoefte voelen om een heel seizoen tweewekelijks hun club achterna te reizen door Europa voor potjes tegen FC Kopenhagen. Op den duur zullen uitvakken leeg gaan blijven. Bovendien is er nog het lokale sentiment: Malmö - Feyenoord voelt toch niet helemaal als FC Utrecht - Feyenoord, voor zowel clubs, spelers als fans.
Misschien nog wel belangrijker: wat gebeurt er met de Eredivisie? De waarde van de nationale competitie zal enorm devalueren zonder uithangborden Ajax, Feyenoord en PSV. En waar de top-drie clubs wellicht meer tv-gelden zullen ontvangen door in de Atlantic League te stappen, zullen de overige clubs in de Eredivisie daar fors op gaan inleveren omdat een competitie zonder de topclubs nu eenmaal minder interessant en minder waard is. Gevolg: lagere sponsorinkomsten, minder goede spelers en fans die ditmaal écht naar hun club in de Mickey Mouse-competitie kijken.