'Had geluk dat ik bij Ajax en Barça ben opgeleid, het beste wat je kan overkomen'
Jordi Cruijff ziet met lede ogen aan hoe Nederlandse teams tegenwoordig zeer matig opbouwen. Nog maar weinig ploegen spelen de bal snel diep en kiezen wanneer ze flink onder druk te komen staan snel voor de makkelijkste optie: een terugspeelbal naar achteren.
'Nederlandse voetballers komen vaak in de problemen zodra de intensiteit van een wedstrijd omhoog gaat. Dat verklaart het hoge aantal terugspeelballen, die inmiddels ook in het buitenland als typisch Nederlands worden gezien', schrijft Cruijff in zijn wekelijkse column bij De Telegraaf. 'Maar als je met je rug naar het doel staat en de tegenstander zet druk, dan blijft er vaak niets anders over dan de bal op de doelman terug te spelen.'
'In die actie zit eigenlijk de kern van het probleem. Omdat vanuit de visie van de Hollandse School bij de doelman de opbouw begint en niet eindigt. Dit moet een kwestie van opleiden en coachen zijn. Wat dat betreft is er veel veranderd. Ik heb nog het geluk gehad dat ik zowel bij Ajax als Barcelona ben opgeleid. Het beste wat een jonge speler kan overkomen. Technisch en tactisch was er trouwens niet zoveel verschil en dat had natuurlijk alles met mijn vader te maken. Die nam de Ajax-filosofie mee naar Barcelona en veranderde er voor mij weinig', aldus Cruijff junior.