Rampscenario Nederland compleet: vaste Champions League-plek weg
Het gelijkspel van Ajax en verlies van AZ heeft de positie van Nederland op de coëfficiënlijst van de UEFA er niet beter op gemaakt. Door de slechte prestaties en een regelwijziging is een startbewijs voor de Champions League is voor het seizoen 2018/2019 definitief uit het zicht.
AZ werd donderdagavond afgedroogd door Olympique Lyon (1-4), terwijl Ajax niet verder kwam dan een doelpuntloos gelijkspel tegen Legia Warschau. Nederland stond voorafgaand aan de zestiende finales van de Europa League op de dertiende plaats en dat blijft zo, maar het gat met de tiende plek - de plek die recht geeft op een CL-startbewijs - is niet kleiner geworden.
Sterker nog, het verschil met die plekken is dit seizoen onoverbrugbaar geworden. Ook al winnen AZ en Ajax álle wedstrijden en wordt het een volledig Nederlandse Europa League-finale, Nederland verliest in 2018 de vaste plek in de Champions League. Het moet namelijk tot de top-tien behoren. Vanaf het seizoen 2018/19 zijn meer clubs uit grote landen verzekerd van deelname. De landen die niet bij de top-tien horen, waaronder Nederland door de huidige klassering valt, moeten startbewijzen inleveren.
Het ging donderdagavond vooral om het seizoen 2019/2020, als de het startbewijs voor de Champions League teruggepakt kan worden. Ook in dat kader deden Ajax en AZ dus geen goede zaken. Het gat met Zwitserland (nummer twaalf) en Tsjechië (nummer elf) is donderdag met tweetiende van een punt afgenomen, terwijl nummer tien Turkije ver weg staat.
Voor de kampioen van de nummer elf van de coëfficiënlijst staat de Champions League-deur nog wel op een kier: als de Champions League-winnaar zich via de reguliere competitie al heeft geplaatst, komt deze plek vrij. Dat is normaal gesproken het geval.
Het is voor Ajax en AZ zaak om in de huidige Europa League-jaargang te voorkomen dat de Nederlandse kampioen van 2019 opnieuw in de voorrondes van de Champions League belandt. In de totale ranking tellen de prestaties van de laatste vijf seizoenen mee.
Bron: Bert Kassies