Van Geel zet De Kuip op z'n kop: 60 miljoen euro in de plus in zes jaar tijd
Exact nul euro gaf technisch directeur Martin van Geel tijdens zijn eerste transferzomer in De Kuip uit aan nieuwe aankopen. Eigen jeugd, huurlingen en transfervrije krachten bleken de redding voor het praktisch failliete Feyenoord. Zes jaar later is de Rotterdamse topclub weer de beste van Nederland en heeft Van Geel zo’n zestig miljoen in het laatje gebracht.
Hoe zou het met Feyenoord gesteld zijn zonder de fantastische jeugdopleiding? In 2011 werd Van Geel in De Kuip aangesteld als opvolger van Leo Beenhakker en zijn missie was helder: met een lege portemonnee de gevallen grootmacht weer uit het slop trekken.
Talenten uit eigen keuken kregen – al dan niet noodgedwongen - de kans onder Mario Been, Ronald Koeman, Fred Rutten en Giovanni van Bronckhorst. Van Geel verkocht Leroy Fer, Georginio Wijnaldum en Luc Castaignos in 2011 voor opgeteld 12 miljoen euro. Onder meer Bruno Martins Indi (7,7 miljoen), Stefan de Vrij (7 miljoen), Jordy Clasie (15 miljoen) en Rick Karsdorp (14 miljoen) zouden volgen. De eigen jeugd hield Feyenoord letterlijk in leven.
Inmiddels bulkt de ooit zo berooide volksclub weer van het geld. Van Geel beheerst de kunst van het verkopen. Deze zomer verpatste hij Karsdorp en Terence Kongolo voor de hoofdprijs. Daryl Janmaat werd in 2012 transfervrij binnengehengeld en verkaste twee jaar later voor 6 miljoen naar de Premier League. Graziano Pellè werd in 2013 voor 3 miljoen ingelijfd. De Italiaanse spits leverde een jaar later bijna het viervoudige op.
Miskopen waren er natuurlijk ook. Risico van het vak. Met bijvoorbeeld John Goossens, Harmeet Singh, Wesley Verhoek en Luke Wilkshire sloeg Van Geel de plank mis. Zij kwamen voor een fooi of zelfs transfervrij naar De Kuip, dus de financiële schade bleef beperkt.
Publiekslieveling Pellè was in de zomer van 2013 de eerste échte grote aankoop van de technisch directeur. Een jaar later volgden Kenneth Vermeer, Jens Toornstra, Karim El Ahmadi en Bilal Başacıkoğlu voor een kleine 9 miljoen. Het spaarpotje van Van Geel raakte ondertussen steeds voller. Weer twaalf maanden later: dik 10 miljoen voor spelers als Marko Vejinovic, Eric Botteghin, Simon Gustafson, Michiel Kramer en – in januari 2016 – Renato Tapia.
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Afgelopen zomer bleek één miljoenentransfer het laatste puzzelstukje voor Feyenoord. Van Geel verraste met de komst van Nicolai Jörgensen. FC Kopenhagen ontving 3,5 miljoen euro voor de Deense spits – en de rest is geschiedenis. Ook goalie Brad Jones (transfervrij) en Steven Berghuis (gehuurd van Watford) vertolkten natuurlijk een cruciale rol tijdens het kampioensjaar van de Rotterdammers.
Van Geel handelde slim door Karsdorp en Kongolo afgelopen seizoen langer te binden met nieuwe contracten. AS Roma en AS Monaco moesten daardoor nóg dieper in de buidel tasten voor de twee internationals. Ook Tonny Vilhena en Jens Toornstra werden voor een langere periode vastgelegd. Grote kans dat zij de volgende twee worden die miljoenen opleveren.
Nu de financiële huishouding van Feyenoord weer floreert, en er dankzij de kwalificatie voor de Champions League nóg meer geld binnenstroomt, zal er anders - lees: kritischer - worden gekeken naar de transferpolitiek van Van Geel. De td gaf afgelopen maand ruim zestien miljoen euro uit aan Sofyan Amrabat, Jean-Paul Boëtius, Ridgeciano Haps en Jerry St. Juste. Zelfs de meest verstokte Feyenoord-fan had dat zes jaar geleden niet durven dromen.