'Gouden' Oranje-lichting niet doorgebroken: 'Had meer in mezelf moeten investeren'

13 oktober 2017 om 12:05

Tussen 2009 en 2012 leek zich een unieke generatie Nederlandse jeugdinternationals aan te dienen. Het Oranje Onder-17 van toen won twee Europese titels en verloor één EK-finale, maar heeft opvallend weinig spelers aan het 'grote' Oranje afgeleverd.

Van de ploeg van 2009, met onder meer Luc Castaignos, Stefan de Vrij, Oğuzhan Özyakup (inmiddels Turkije) en Dico Koppers, groeide alleen De Vrij uit tot A-international van Oranje. "Mijn route liep anders, mede door twee afgescheurde enkelbanden", aldus Shabir Isoufi, tegenwoordig actief voor SC Feyenoord, in gesprek met de NOS. "En ik had vroeger meer in mezelf moeten investeren, maar als jonge jongen besef je dat minder. Ik heb nog tien interlands voor Afghanistan gespeeld, maar dat is nu niet meer te combineren met mijn studie."

De lichting van 2011 deed het iets beter. Jetro Willems, Nathan Aké, Terence Kongolo, Karim Rekik, Tonny Vilhena en Memphis Depay haalden het Nederlands elftal, maar groeiden niet uit tot vaste waarde. "Hoe zeg je het netjes? Het was een bont gezelschap spelers", aldus Daan Disveld, aanvoerder van de toenmalige Europees kampioen. De rechtsback speelt nu voor amateurclub TEC en heeft daar vrede mee. "Tot een half jaar terug keek ik weleens jaloers naar de jongens die het wel hebben gered. Waarom zij wel en ik niet? Ik wist echter dat ik niet de beste voetballer van het stel was, maar dat ik door mijn werklust wel veel bereikt heb. Dat toernooi in 2011 pakken ze mij niet meer af."