Heracles-middenvelder geniet: 'Geen bal getrapt, maar iedereen wist wie ik was'
Een tijd terug speelde Mo Osman zijn wedstrijden nog in Velsen-Zuid voor Telstar, inmiddels is de Heracles Almelo-middenvelder uitgegroeid tot international van Syrië. Hij geniet van de passie van het Syrische volk, dat volgens hem helemaal 'voetbalgek' is.
"Ik vergelijk het graag met de passie van Zuid- Amerikanen", begint Osman in gesprek met Voetbal International. "Sport is alles, voetbal in het bijzonder. Die ene keer dat ik in Syrië was om mijn documenten te regelen, kreeg ik een berichtje van mijn ouders. Dat ik live op televisie was en dat de mensen helemaal gek werden van enthousiasme. Die avond bleef ik in Damascus. Het was een gekkenhuis. Ik had nog geen bal getrapt, maar iedereen wist wie ik was."
Osman vindt het geweldig hoe het voetbal een land in oorlog kan verenigen. "Teamgenoten lieten me beelden zien. Syrië speelde tegen Australië. Duizenden mensen zaten gebroederlijk naast elkaar, juichten voor een en hetzelfde land. Het leek wel alsof er negentig minuten geen oorlog was. Dat doet voetbal met mensen. Je zou haast zeggen: speelden we maar elke dag voetbal in Syrië."
De middenvelder merkt wel dat het soms lastig is om met teamgenoten te communiceren. "Ik ben de enige speler die uit Europa komt. De andere spelers verdienen hun geld in de Emiraten. Ik spreek nauwelijks Arabisch, zij spreken nauwelijks Engels. We doen alles dus met handen en voeten."