FC Utrecht de boot in met trio: "Dat heeft me zo acht, negen miljoen gekost"
Marcus Nilsson, Johan Martensson en Alexander Gerndt: ze zijn niet meer dan een voetnoot in de geschiedenis van FC Utrecht, maar Frans van Seumeren heeft er geen goede ervaringen mee. De clubeigenaar ging voor miljoenen de boot in.
Van Seumeren stapte in 2008 in bij Utrecht en zag de laatste tien jaar zo'n veertig miljoen van zijn eigen vermogen verdampen in de club, onder meer door tegenvallende aankopen. In 2011 besloot Utrecht om in één weekend drie Zweedse spelers aan te trekken, terwijl Van Seumeren bezig was met een fietstocht naar Sint-Petersburg.
"Ik zei nog tegen mijn vrouw: opvallend, drie Zweden van waarschijnlijk dezelfde makelaar", vertelt hij aan de Volkskrant. "Maar goed, we reden door een ondoordringbaar bos, er was nauwelijks bereik. Toen heb ik de jongens van de directie de vrije hand gegeven."
Van Seumeren zag het vervolgens mis gaan. "Die verdediger (Nilsson, red.) was zo houterig dat ik dacht dat ze hem voor VV De Meern hadden aangetrokken, die spits (Gerndt, red.) bleek helemaal niet lekker in zijn vel te zitten en die middenvelder (Martensson, red.)... nou ja, die ging eigenlijk nog wel. Maar ze hadden een flink salaris bedongen, met langdurige contracten. Dat heeft me zo acht, negen miljoen gekost."