Leeuwinnen zien kansen: 'Speelsters die wereldklasse waren zijn gestopt'
Japan stond de voorbije twee wereldkampioenschappen in de finale en was vier jaar geleden de kwelgeest van de Oranje Leeuwinnen in Canada. Toch zien Daniëlle van de Donk, Lieke Martens en Anouk Dekker kansen, dinsdag in Rennes.
"We kregen op het vorige WK weinig kansen tegen Japan", zegt Van de Donk tegen De Telegraaf. "Ze tikten ons weg. Maar dat is daarna niet meer gebeurd", wijst de middenveldster op de drie tussenliggende oefenduels (3-2, 6-2 en 0-1, red.). "Japan was ontzettend goed, maar een paar van hen speelsters die van wereldklasse waren zijn gestopt en dat maakt een verschil."
"Japan staat al jaren aan de top, maar de rest van de landen heeft zich goed doorontwikkeld", vult Martens aan. Ook Dekker sluit zich daarbij aan. "Ze lijken iets kwetsbaarder dan in 2015. Het is nog steeds een goed team, maar ze hebben zwakheden en daar moeten we ons op focussen." Van de Donk kent die tekortkomingen. "Als wij ze de bal niet rond laten tikken, komen ze niet in hun spel. We moeten er kort op zitten."
Dat is evenwel geen eenvoudige opgave. "Ze hebben van die vervelende kleine speelsters", stelt de 1,82 meter lange Dekker. "Soms denk ik: hoe moet ik mijn lichaam nou gebruiken? Ze zijn zeer wendbaar en technisch." Toch ziet de verdedigster kansen. "Kameroen was een vechtwedstrijd. Dat past niet bij ons type spel. Wat dat betreft ligt Japan ons beter."
Van de Donk wijst op het duel met Canada, waarin Oranje al een stuk beter voor de dag kwam. "En dus? En dus kunnen we ze pakken!"