'Amerikanen wilden 50 tot 100 miljoen in Feyenoord stoppen: Vrienden spelbreker'

16 maart 2020 om 07:38
Laatste update: 16 maart 2020 om 07:52

Het Amerikaanse private-equitybedrijf RedBird Capital overwoog afgelopen zomer om fors in Feyenoord te investeren. Mede door het gesteggel tussen de Rotterdamse club en de Vrienden van Feyenoord kwam het nooit zover, meldt het NRC in een analyse.

RedBird bezocht in drie jaar tijd liefst zeventig clubs in Europa, waaronder meerdere in Nederland. Vooral ploegen net onder de top zijn voor de Amerikanen interessant. Ze willen bouwen bij een club, met meer kapitaal op het veld, ondersteuning bij data-analyse en het verbeteren van de opleiding. Feyenoord stond er goed op vanwege de plannen voor het nieuwe stadion, de toegang tot de Champions League en de vestiging in een grote stad.

RedBird dacht aan een investering van vijftig tot honderd miljoen euro, in zowel Feyenoord als het nieuwe stadion. De Amerikanen wilden in ruil wel verregaande zeggenschap over de invulling van de directie, de trainer en het transferbeleid. Na de eerste gesprekken met Feyenoord bleef een vervolg echter uit, mede doordat de Vrienden van Feyenoord lucht kregen van de ontmoetingen. Onder meer Herman van Drie, medeoprichter van de Vrienden, was kritisch over de rendementseisen: RedBird verlangt voor elke dollar die het in een club stopt er zo'n twee of drie terug.

De Vrienden van Feyenoord zijn onder veel gunstiger voorwaarden voor Feyenoord ingestapt. Die groep ontvangt jaarlijks twee procent dividend. 'Daardoor zal het niet eenvoudig zijn om snel een investeerder te vinden waarmee de club een vergelijkbare of betere deal kan sluiten', concludeert het NRC. 'Dat verklaart mede waarom Feyenoord nu al jaren zoekt naar kapitaal, zonder succes.'

Vooral Toon van Bodegom, de nieuwe president-commissaris van Feyenoord, maakt zich sterk voor nieuw kapitaal. Volgens het NRC is de simpelste oplossing om de Vrienden komende zomer uit te kopen. Daar staat een deel van die groep wel degelijk voor open. Het zou de club in totaal zo'n 29 miljoen euro kosten. Een bedrag dat mogelijk is op te hoesten door transfers van spelers als Steven Berghuis en Marcos Senesi.