Sneijder openhartig: 'Niet in de gaten dat fles wodka mijn grootste vriend werd'
De periode van Wesley Sneijder bij Real Madrid was er een vol pieken en dalen. In een voorpublicatie van zijn biografie, die in handen is van Voetbal International, vertelt de Oranje-recordinternational hoe hij zich na een sensationele start in het maagdelijk wit 'heel erg overgaf aan drank en rock-'n-roll'.
Sneijder maakte bij zijn debuut in 2007 de winnende goal tegen Atlético Madrid en kon meteen niet meer stuk in Bernabéu. Ook buiten het veld ging het goed. Zo gingen de spelers elke maand gezamenlijk uit. 'Ik merkte alleen niet dat ik mezelf heel erg overgaf aan het Madrileense nachtleven', aldus Sneijder, geciteerd door Voetbal International.
'Ik was jong, genoot van het succes en de aandacht. Daar moet het fout zijn gegaan - later. Geen drugs, maar wel drank en rock-'n-roll. Daar raakte ik aan gewend, als een van de sterren van De Koninklijke. Je wordt aanbeden als Real-speler. Alles wat je uitvreet wordt met de mantel der liefde bedekt. Ook als ik lam over straat rolde en duizenden euro's uitgaf, of rondjes gaf aan de hele zaak. Ik kan niet zeggen dat ik voldoende weerstand bood.'
'Fles wodka werd grootste vriend'
Het ging ten koste van zijn huwelijk. 'Ik bleef alleen achter en zag die kleine, Jessey, veel minder. Klote. En ik kan slecht alleen zijn. Waarom zou je trouwens alleen zijn als je genoeg vrienden hebt om vrije tijd mee door te brengen? Ik had alleen niet in de gaten dat de fles wodka mijn grootste vriend werd.'
Arjen Robben en Ruud van Nistelrooy, zijn toenmalige ploeggenoten bij Real Madrid, wezen Sneijder er wel op. 'Dat ik het zo niet lang zou volhouden. Ik speelde best goed, maar ze zeiden dat ik nog beter kon. Fysiek merkte ik het, geloof ik, niet eens. Ik ben een ijzersterk mannetje, hè? Ik stond de volgende morgen gewoon weer goed op. Tja, zo ben ik.'
Sneijder betaalde uiteindelijk wel de rekening: zijn tweede seizoen verliep naar eigen zeggen 'dramatisch'. 'Ik speelde nog wel veel, maar minder goed en scherp, minder geconcentreerd. Mijn houding was Real Madrid-onwaardig. Ik loog mezelf voor dat het goed ging en hield me staande door mijn voetbalintelligentie. Fysiek zakte ik weg. Ik liep minder, verbloemde veel met mijn techniek en mijn traptechniek. Ik dacht ook dat niemand het door had.'