Van Rijn verklaart afwijzen Deltaplan: 'Reden te meer om het per club te bekijken'
Minister Martin van Rijn van Medische Zorg en Sport is weliswaar te spreken over het Deltaplan van de KNVB, maar hij benadrukt dat de Nederlandse profclubs eerst zelf alles moeten doen om de financiële schade door de coronacrisis te beperken. Dat vertelt hij aan de NOS.
"De overheid is het laatste station", zegt Van Rijn. De KNVB vroeg in het Deltaplan om een bedrag van 140 miljoen euro voor het betaald voetbal. Daar ging de overheid niet mee akkoord. "Het is belangrijk dat het plan er ligt. Daar geef ik de KNVB complimenten voor. Maar de volgende fase is dat je de situatie per club moet bekijken", aldus Van Rijn.
"De ene club heeft veel seizoenkaarthouders, de andere minder", legt de minister uit. "Nu er straks gespeeld kan worden met publiek kan de ene club daar meer gebruik van maken dan de andere. Het uitgangspunt verschilt per club."
De Nederlandse clubs moeten nu eerst aankloppen bij sponsoren, gemeentes óf banken. Laatstgenoemde sector zou het betaald voetbal als risicofactor zien en daarom niet willen investeren. "Banken kijken naar heel veel bedrijfstakken die ze eventueel kunnen helpen met een tijdelijk overbruggingskrediet", reageert Van Rijn. "Dat zal niet altijd mogelijk zijn. Maar het is wel goed om te kijken naar clubs die eigenlijk gezond zijn en nu een ruggensteuntje nodig hebben om 'door de winter' te komen."
Van Rijn benadrukt dat voetbalclubs geen wonderen moeten verwachten. "Wat natuurlijk niet kan is dat clubs ter gelegenheid van deze crisis alle financiële problemen die er al waren, nu in één keer oplossen. Reden te meer om het per club te bekijken."