Twaalf jaar play-offs in Eredivisie: zelden volle bak, vooral clubfans lopen warm
Feyenoord, FC Utrecht, FC Groningen, Heracles Almelo, Sparta en Fortuna Sittard gaan spannende weken tegemoet: zij zijn - met nog drie speelrondes voor de boeg - nog in de race voor de play-offs om Europees voetbal. Vier uitverkorenen mogen nog een weekje door na de laatste reguliere speelronde op 16 mei, één van hen begint eind juli alweer aan de Conference League-voorrondes. De winnaar van de play-offs is dus sowieso verzekerd van een korte zomervakantie, maar wat levert het winnen van het seizoenstoetje verder op? VoetbalPrimeur belicht het fenomeen 'play-offs' van verschillende kanten. In deel twee van dit drieluik: de publieke belangstelling voor de play-offs.
De stadions stromen zelden vol
Lekker weer en grote belangen: de play-offs om Europees voetbal hebben op het eerste gezicht alles in zich om uit te groeien tot publiekstrekkers. Het tegendeel is echter waar: ook in het pre-coronatijdperk werd er nogal eens in halflege stadions om Europees voetbal gestreden. In de finalerondes stroomden de stadions nog wel redelijk vol, maar het publiek liep tussen 2009 en 2019 niet bepaald warm voor de halve finales. Bij slechts vier van alle 44 halve finale-wedstrijden waren er meer toeschouwers dan bij een gemiddelde Eredivisie-wedstrijd van het thuisteam.
Dat was het geval bij NEC-Vitesse in 2012, FC Groningen-Vitesse in 2014, FC Groningen-AZ in 2017 en ADO Den Haag-Vitesse in 2018. De finalewedstrijden trokken over het algemeen meer publiek dan de halve finales. Maar het toeschouwersaantal in de play-offs lag in de voorbije twaalf jaar vaker ónder dan bóven het seizoensgemiddelde van de thuisspelende club.
Wat vinden de fans?
Om in kaart te brengen hoe het grote publiek anno 2021 over de play-offs denkt, heeft VoetbalPrimeur onlangs een enquête opgesteld met een aantal stellingen over het seizoenstoetje: deze is door ruim tweeduizend bezoekers van onze site ingevuld. De play-offs kregen het voordeel van de twijfel van onze achterban: de stellingen 'Ik vind dat de play-offs toegevoegde waarde hebben voor de Eredivisie', 'Het huidige play-offsysteem is eerlijk' en 'Het huidige play-offsysteem is goed voor het Nederlandse voetbal in het algemeen' scoorden gemiddeld net iets meer dan een 3, op een schaal van 1 tot 6. Een groot deel van de fans vindt het echter een beter idee om de Europese tickets te verdelen op basis van de ranglijst na 34 speelrondes: deze stelling kreeg gemiddeld 5 van de maximaal 6 punten.
Ook kunnen de Europese wedstrijden op meer belangstelling rekenen dan de aanloop naar die Europese wedstrijden. De gemiddelde voetbalfan vindt de play-offs om Europees voetbal pas interessant als zijn of haar favoriete club meespeelt. Tegelijkertijd ligt de bereidheid om naar het stadion te gaan hoger bij Europese wedstrijden dan bij play-offduels (4.46 om 3.96), ook als het 'slechts' de voorrondes van de Europa League betreft. Voor tv-uitzendingen van play-offwedstrijden met hun favoriete club lopen de fans dan weer wél warm.
Ajax, PSV, Feyenoord en AZ
De fans van de top-vier hebben minder 'feeling' met de play-offs, getuige de reacties op de stelling 'Ik vind dat de play-offs om Europees voetbal toegevoegde waarde hebben voor de Eredivisie'. Deze leverde in totaal een gemiddelde score van 3.46 op, maar als we inzoomen op de fans van Ajax, PSV, Feyenoord en AZ, zakt de waardering onder de 3. Ook de neiging tot stadionbezoek ligt lager bij supporters van de top-vier: 3.28, tegenover een algemeen gemiddelde van 3.96.
De belangstelling voor de tv-uitzendingen van de play-offs ligt ook lager bij fans van de top-vier. Daarnaast kunnen stellingen als 'Het huidige play-offsysteem is eerlijk' op minder bijval rekenen en vinden de supporters van Ajax, PSV, Feyenoord en AZ de stand na 34 wedstrijden representatiever voor de verdeling van de Europese tickets: 5.19 tegenover een totaalgemiddelde van 4.92.
Het zijn verklaarbare cijfers: Ajax en PSV eindigen zonder uitzondering ieder jaar boven de play-offplekken, terwijl Feyenoord en AZ slechts twee keer - zonder succes - mee hebben gedaan aan het seizoenstoetje. De top-vier speelt ieder jaar voor een direct Europees ticket en de play-offs lijken vooral gezien te worden als hinderlijk overwerk. Feyenoord moet er hoogstwaarschijnlijk voor de derde keer aan geloven, na zijn twee eerdere deelnames in 2009 en 2015: De Kuip zal sowieso niet volstromen, maar dat was tijdens de vorige twee deelnames ook niet het geval. De fans zullen echter wel thuis voor de buis meeleven: de stelling 'Als mijn favoriete club in de play-offs om Europees voetbal speelt, volg ik het op tv' zat ook bij fans van de top-vier dicht tegen de maximale score aan.
Ervaringsdeskundigen en play-offkandidaten
Minstens zo interessant zijn de overwegingen van de supporters van de clubs die ervaring hebben met het spelen van play-offs. FC Groningen, FC Utrecht, Heracles Almelo, sc Heerenveen en Vitesse hebben allemaal minstens vier keer meegedaan. Hun fans zijn veel eerder geneigd om naar het stadion te gaan voor, in vergelijking met het algemene Eredivisie-gemiddelde: 4.94 om 3.96. Ook opvallend: de fans van deze vijf clubs vinden het huidige play-offsysteem relatief goed voor het Nederlandse voetbal. De gemiddelde waardering van deze stelling ligt een half punt hoger bij de Groningse, Utrechtse, Almelose, Heerenveense en Arnhemse achterban. Ook de stelling dat de eindstand na 34 wedstrijden bepalend moet zijn voor de Europese tickets kan op minder bijval rekenen.
En wat vinden de fans van de clubs die nog in de race zijn voor de play-offs van dit seizoen? Feyenoord lijkt de boot naar de top-vier gemist te hebben, FC Utrecht is al geplaatst, FC Groningen heeft nog één punt nodig en Heracles Almelo, Sparta en Fortuna Sittard zijn de belangrijkste gegadigden voor het vierde en laatste ticket. De fans van deze clubs nemen liever voor de tv plaats dan dat ze naar het stadion gaan. Al wordt de respons op deze stelling mogelijk vertekend door een grote vertegenwoordiging van Feyenoord-fans in deze groep. Verder zitten ze qua waardering voor de play-offs tussen de twee overige categorieën in: iets enthousiaster dan de fans van de top-vier en iets minder enthousiast dan de fans van de clubs die regelmatig play-offs spelen.
Wat kunnen we uit al deze cijfers concluderen? De play-offs leven logischerwijs vooral bij de clubs die eraan meedoen, de clubs net onder de top-vier dus. De achterban van Ajax, PSV en AZ loopt minder warm voor de strijd om het laatste Europese ticket. Bovendien gingen de play-offs in de afgelopen seizoenen pas echt leven op de momenten dat het er echt om ging: pas tijdens de finalerondes stroomden de stadions enigszins vol. Ook in het pre-coronatijdperk waren de play-offs dus meer een tv-evenement dan een stadionevenement. En meer voor de supporters van de betrokken clubs dan voor de gemiddelde liefhebber, lijkt het.
Lees ook deel één deze serie: de historische context van de play-offs. Later in deze serie: de financiële belangen van de play-offs!
(Hein Nooijens/VoetbalPrimeur)