'Football's coming home' of een nieuw sprookje? De vier EK-kanshebbers uitgelicht

6 juli 2021 om 16:00
Laatste update: 6 juli 2021 om 15:57

Twintig landen naar huis, nog vier over: ItaliëSpanje, Engeland en Denemarken zullen op Wembley uitmaken wie er op zondag 11 juli terug mogen komen voor de EK-finale. VoetbalPrimeur blikt alvast vooruit op deze duels.

Italië
We beginnen met de favoriet: Italië lijkt namelijk onkwetsbaar. Tijdens de kwalificatiereeks voor dit EK werden alle tien de wedstrijden gewonnen door de Azzurri, die tijdens het hoofdtoernooi met groot machtsvertoon, afgezien dan van de verlenging tegen Oostenrijk, de laatste vier hebben gehaald. Het elftal van Roberto Mancini heeft dan ook aardig wat zelfvertrouwen getankt. Het is namelijk pas de vierde keer dat een land vijf opeenvolgende EK-wedstrijden wist te winnen. Leuk detail: Nederland staat ook in dit rijtje, met vijf EK-zeges op rij tussen 1988 en 1992.

Volgens de bookmakers van The Analyst heeft Italië de grootste kans om het EK te winnen: 39,4 procent. Engeland volgt op gepaste afstand met 29,7 procent. Spanje (22,6 procent) en Denemarken (8,3 procent) maken de lijst compleet. Mancini en de zijnen moeten echter eerst voorbij Spanje. Het is al de zesde (!) keer dat beide landen elkaar treffen op een EK. Vooral na de eeuwwisseling was het regelmatig raak. In 2008 en 2012 won de uiteindelijke toernooiwinnaar van Italië: eerst na penalty's in de kwartfinale, vier jaar later met 4-0 in de finale. Beide landen zaten in 2012 ook al samen in de poule: toen werd het 1-1. Tijdens het vorige EK nam Italië wraak op Spanje, door La Roja in de achtste finales naar huis te sturen.

Namen om in de gaten te houden voor de komende tegenstander(s) van Italië zijn Marco Verratti en Lorenzo Insigne. Eerstgenoemde creëerde na Kevin De Bruyne de meeste kansen dit EK (twaalf), terwijl de verfijnde Insigne al bij 25 schoten op goal betrokken was, waarvan hij er zelf veertien afvuurde.

Spanje
Het geroemde duo Xavi-Andrés Iniesta is inmiddels afgezwaaid, maar dat betekent niet dat Spanje een andere identiteit heeft gekregen. Van alle landen op dit toernooi creëerden de Spanjaarden de meeste kansen uit een opbouw van achteruit (34). Effectief zijn ze echter niet te noemen, aangezien het pas één keer een doelpunt opleverde. Wel komt de ploeg van Luis Enrique van alle ploegen het meest voor het vijandelijke doel. Spanje loste dit EK al 38 schoten op goal. Met name Álvaro Morata en Dani Olmo namen de goalie van de tegenstander onder vuur, met respectievelijk zeven en vijf schoten tussen de palen.   

Wat dan weer niet in het voordeel van Spanje spreekt, is dat het land al tweemaal 120 minuten in de benen heeft. Toch lijkt hier onbewust een mythe aan verbonden. Vijf keer eerder gebeurde het namelijk dat een land meerdere malen op één EK moest overwerken na minuut negentig. Alle vijf de keren won het desbetreffende land het EK: denk aan Duitsland in 1996, Frankrijk in 2000 én Portugal in 2016. Weet Spanje dit ook voor elkaar te boksen? Toeval bestaat niet, zeggen ze...

Een ander historisch feitje: ­La Selección heeft al vijf keer een penaltyserie op het EK meegemaakt. In 1996 ging het mis tegen Engeland, maar de overige vier werden gewonnen, ook die tegen Zwitserland op dit EK. Biedt dat voldoende vertrouwen als er opnieuw een strafschoppenserie komt?

Engeland
'Is football coming home?'. Dat zal nog moeten blijken, maar Engeland staat er wat statistieken betreft niet slecht op: tijdens dit EK kreeg men in vijf wedstrijden niet één tegendoelpunt.

Daarnaast is de ploeg van Gareth Southgate dodelijk in de lucht, dus Denemarken en de mogelijke tegenstander in de finale moeten aan de defensieve organisatie denken. The Three Lions hebben op het WK 2018 en het huidige EK in totaal tien kopgoals gemaakt. In de kwartfinale tegen Oekraïne hadden Harry Maguire, Harry Kane én Jordan Henderson succes met het hoofd. Geen enkel ander land kan hieraan tippen.

Daarnaast hebben de Engelsen een koningskoppel voorin. Hoewel Kane het toernooi stroef begon, heeft hij er inmiddels drie doelpunten in liggen. Datzelfde geldt voor Manchester City-vleugelaanvaller Raheem Sterling. Los van hun individuele inbreng, weten ze elkaar ook voortdurend te vinden: zo bereidde Sterling al zes interlandgoals van Kane voor. Geen enkel ander Engels duo wist dat deze eeuw voor elkaar te krijgen.

Terug naar het aantal tegendoelpunten: nul. Sinds zijn transfer naar Manchester United moet Maguire het doen met felle kritiek, maar op dit EK weet hij de stemming aardig om te buigen. Het blok met John Stones staat immers als een huis: in vijf EK-duels moest Engeland pas tien schoten op doel incasseren, gemiddeld twee per wedstrijd. Denemarken weet dus wat het te doen staat: de kansen die je krijgt als tegenstander moeten hangen, wil je Engeland op de pijnbank leggen.

Denemarken
Dé outsider voor de EK-titel, maar ook de ploeg met de grootste gunfactor. Denemarken blijft vriend en vijand in elk geval verrassen. Na twee wedstrijden had de ploeg van Kasper Hjulmand nog geen punt gepakt, maar na het beslissende pouleduel tegen Rusland (1-4) richtten de Denen zich op.

In verdedigend opzicht staan ook de Denen hun mannetje. Engeland heeft dan wel de minste shots on target tegen gehad, Denemarken liet de tegenstander over het algemeen het minst vaak schieten. De tegenstanders van de Denen waagden in totaal slechts 24 doelpogingen, waardoor de ploeg dit EK-klassement aanvoert. Denemarken mag dan niet de favoriet zijn voor de eindzege, het team zal zijn huid in ieder geval duur verkopen.

Over Denemarken en penaltyseries valt weinig te zeggen. Deze eeuw kwam het voor de Denen pas één keer aan op strafschoppen op een eindtoernooi. Op het WK 2018 was Kroatië de betere van de twee. In vergelijking met bijvoorbeeld Italië of Spanje kan het in Deens voordeel spreken dat er geen sprake is van een zogeheten 'strafschoppentrauma'. Aan de andere kant: deze generatie Denen heeft pas éénmaal een serie meegemaakt, dus of ze bij een volgende keer de spanning de baas blijven, valt nog te bezien.

Voor de Deense selectie is het de eerste keer in 29 jaar tijd dat de halve finale van een eindtoernooi bereikt is. Destijds werd het elftal tegen alle verwachtingen in Europees Kampioen. Is er bijna dertig jaar na dato weer een sprookje in de maak? Of is Engeland het eindstation?

(Lars Teunissen/VoetbalPrimeur)