De kop is eraf voor Van Gaal: drie redenen waarom Oranje niet wist te winnen
Het Nederlands elftal is het derde tijdperk-Louis van Gaal begonnen met een gelijkspel in Noorwegen (1-1). Was de hand van de bondscoach al te zien? En waarom lukte het niet de stugge Noren uit elkaar te spelen?
Door Evert van Zoelen
De hand van Van Gaal
Hoewel de aanpassingen klein zijn, is de hand van Van Gaal meteen zichtbaar in Oslo. Als Noorwegen de bal heeft, zakt Nederland in de openingsfase in tot rond de middenlijn. De manier van drukzetten (spits richting de centrale verdediger, het doorstappen met de back) is vergelijkbaar met de manier waarop Frank de Boer zijn ploeg liet verdedigen. Het grote verschil zit hem in de onderlinge afstanden tussen spelers: waar die onder De Boer nog weleens 40 tot 50 meter was, staat Oranje nu een stuk beter georganiseerd.
Nederland staat erg compact met slechts tien à vijftien meter tussen de linies. Bron: NOS.
Deze onderlinge afstanden kunnen behouden worden, doordat Virgil van Dijk is teruggekeerd in het elftal. Met de centrale verdediger van Liverpool is Oranje in staat om met een erg hoge laatste lijn te spelen. Dit zorgt ervoor dat er voor Noorwegen geen ruimte tussen de linies is om in te combineren.
Hier kleeft echter ook een gevaar aan: wanneer de laatste linie niet terugzakt op het moment dat er geen druk op de bal is, liggen er grote ruimtes voor Noorwegen - en Erling Haaland. In de eerste helft gaat het een paar keer bijna mis. Op enkele momenten is er geen druk op de bal, terwijl de laatste lijn niet terugzakt. Noorwegen kan daardoor zijn fenomenale spits wegsteken.
Er is geen druk op de bal, maar de verdedigers van Oranje zakken niet in. Daardoor kan Haaland diep gaan in de ruimte achter de verdediging. Bron: NOS.
Ook in balbezit heeft Van Gaal de nodige aanpassingen gedaan. Nederland begint in een 4-3-3-formatie met Frenkie de Jong als controleur. Wanneer Nederland aan de bal is, zakt De Jong uit naast of tussen de centrale verdedigers. De backs gaan hoger staan en kiezen positie ten opzichte van de buitenspelers. Staan de buitenspelers aan de buitenkant, dan komen de backs op aan de binnenkant. Trekken de buitenspelers naar binnen, dan houden de backs het veld breed.
De Jong zakt uit tussen de twee centrale verdedigers. Georginio Wijnaldum neemt zijn positie over. Cody Gakpo houdt het breed aan de buitenkant, daardoor komt Blind op aan de binnenkant. Bron: NOS.
Vanuit deze formatie probeert het Nederlands elftal een overtal aan één van de zijkanten te creëren. Gedurende de eerste helft komt dit er één keer echt goed uit: Oranje weet een overtal aan de rechterkant te creëren, waarna Davy Klaassen scoort uit een lage voorzet.
Door slim te bewegen weet Nederland een twee-tegen-één-situatie te creëren. Bron: NOS.
Iets anders wat opvalt aan het spel van Oranje, zijn de posities van Jurriën Timber en Daley Blind. De backs staan in balbezit beide vrij hoog. Het idee hierachter is dat ze mee kunnen doen in balbezit en direct kunnen doordekken wanneer Nederland de bal verliest. Enkele keren lukt dit goed, maar op de momenten dat Nederland het duel verliest, ligt er meteen veel ruimte voor de snelle aanvallers van Noorwegen.
Waarom het niet lukte om de Noren uit elkaar te spelen
1. Baltempo
Oranje probeert via de zijkanten door te komen, maar het lukt slechts sporadisch om hier ruimtes te vinden. Eén van de belangrijkste redenen hiervoor is dat het baltempo laag ligt. Het duurt lang voordat de bal van de ene naar de andere kant gaat. Dit heeft deels te maken met spelers die te lang wachten met de bal door te spelen en deels met de veldbezetting van Oranje die niet altijd klopt. Dit leidt ertoe dat Noorwegen vaak in staat is om weer mee te kantelen naar de kant van de bal en de ruimtes dichtloopt.
Doordat het baltempo te laag is, staat Oranje steeds in ondertal aan de zijkanten. Bron: NOS.
2. Gebrek aan diepgang
Zeker in de tweede helft breekt het gebrek aan variatie in het aanvalsspel Oranje op. Blind en De Jong zijn voornamelijk aan de bal, maar echte kansen weet Oranje niet te creëren. Eén van de redenen hiervoor is het gebrek aan diepgang van de spelers tussen de linies. Loopacties achter de verdediging zorgen ervoor dat de speler aan de bal meer opties heeft en dat er ruimte tussen de linies ontstaat, aangezien de verdedigers van de tegenpartij de loopactie moeten volgen. Pas tegen het eind van de wedstrijd begint Oranje deze loopacties te maken, met direct gevaar als gevolg.
Gebrek aan diepgang: Memphis zakt uit en trekt een centrale verdediger mee, maar Donyell Malen maakt geen gebruik van de ruimte. Bron: NOS.
3. Spelers tussen de linies niet ingespeeld
Oranje heeft gedurende de wedstrijd steeds drie á vier spelers tussen de linies staan, maar de spelers die achterin de opbouw moesten vormgeven, weten hen vaak niet te bereiken. Dit ligt deels aan de twee hierboven genoemde punten, waardoor er weinig ruimte was. Maar wanneer de ruimte er wel was, werden deze spelers ook niet ingespeeld. Zo was Davy Klaassen een groot gedeelte van de tweede helft onzichtbaar, omdat de spelers aan de bal hem niet durfden in te spelen.
Spelers tussen de linies worden niet ingespeeld: Wijnaldum kan Malen inspelen, maar kiest ervoor om breed te gaan. Bron: NOS.
Evert van Zoelen is analist voor het YouTube-kanaal TheNextManager, heeft voor tactiekwebsites- en bladen als Spielverlagerung, TrainersMagazine en Futbol Netradince geschreven en kijkt voor VoetbalPrimeur naar belangrijke wedstrijden.