'Schreuder en Slot was twee kapiteins op het schip, maar Alfred was de baas'
Alfred Schreuder en Arne Slot zijn nu concurrenten, maar de trainers van Ajax en Feyenoord waren in het seizoen 2002/2003 ploeggenoten bij NAC Breda. De destijds dertigjarige Schreuder had meer invloed dan de nog jongere Slot (24).
"Alfred was toen al de baas, zelfs onder de jongens die eigenlijk geen baas accepteren. Iedereen noemde hem 'capitano'. Zijn wil was wet, maar hij kon het op zo'n respectvolle manier brengen dat je deed wat hij wilde. Hij raakte bij iedereen de juiste snaar", zegt Anouar Diba in de Volkskrant. "Arne kwam net van FC Zwolle in een best lastige, diverse groep, was zachtaardiger, al durfde hij zeker zijn mening te geven."
"Het was een beetje twee kapiteins op een schip, waarbij Alfred duidelijk de kapitein was. Arne wilde ook wel invloed, maar stond nog een beetje alleen", vervolgt Diba. "Ze hadden respect voor elkaar, omdat ze allebei heel goed konden voetballen, het spel zagen, bij een rondo hoefden zij zelden in het midden. Maar Alfred zat al langer bij NAC, was de aanvoerder, kende iedereen, was goed met de trainer (Henk ten Cate, red.)."
Volgens Ton Lokhoff hadden de twee een 'totaal ander karakter'. "Alfred was meestal heel rustig, maar kon op het veld echt over-mijn-lijk zijn. Als controleur altijd bezig met de organisatie, ook buiten het veld. Arne was de mooie voetballer, de nummer tien."
Ten Cate riep dan ook niet Slot, maar Schreuder, Rob Penders en Gábor Babos bij zich toen er in het slot van het seizoen Europees voetbal op het spel stond. "Wij moesten de rest meenemen", vertelt Babos. "Dat kon je aan Alfred wel toevertrouwen, die kon eindeloos met je in de kleedkamer situaties terughalen, voorzichtig aangeven wat er beter moest, maar je op het veld ook keihard op je flikker geven. Na afloop was-ie weer een superlieve man. Hij regelde van alles voor ons. Arne was bedeesder."