Jomo Sono: de Johan Cruyff van Zuid-Afrika
Jerrymie Marcus
AMSTERDAM
Het jaar 1955 is een woelig jaar voor Zuid-Afrika. De hel van de apartheid krijgt steeds scherpere randjes. Premier Johannes Strijdom draagt daaraan bij door onder andere het Nederlands als officiële taal in te voeren. Ondanks alle tegenspoed ziet Ephraim Matsilela Sono in dat jaar het levenslicht.
Lange tijd blijft dat zijn roepnaam, totdat hij als voetballer doorbreekt. Daarna beschikt hij over een breder scala aan bijnamen: Black Prince, Trouble Maker, Kop, Truth Commission, King of African Soccer, Kans Vatter, Time-Bomb en natuurlijk Jomo Sono.
Voetbalgenen
Jomo Sono erft de goede voetbalgenen van zijn vader. Eric 'Scara' Bamuza Sono was een middenvelder bij de grote club Orlando Pirates. Helaas voor de achtjarige Jomo komt zijn vader om bij een auto-ongeluk. Hierop verstoot zijn moeder de kleine Jomo waardoor hij bij zijn grootouders gaat wonen. "Ik heb geen idee waarom ze is weggegaan en wat er met haar is gebeurd", zou hij daarover later zeggen.
Lees hier het hele artikel.