Robben: "Dacht dat ik misschien dood zou gaan"
"In de zomer van 2003 voelde ik een verharding bij een bal", steekt Robben, inmiddels speler van Bayern München, van wal in het magazine Helden. "Op een gegeven moment liet ik de dokter van PSV voelen. Hij wilde me voor de zekerheid laten onderzoeken in het ziekenhuis."
"Het was op een donderdag. 'Dat ziet er niet goed uit', zei de arts in het ziekenhuis, 'dat kan heel goed kanker zijn’. Hij was vrij stellig en wilde me de volgende ochtend opereren." Robben stelde de operatie echter uit naar maandag, omdat hij de begrafenis van de opa van zijn vrouw wilde bijwonen.
"Ik heb zondag nog meegedaan om de Johan Cruijff Schaal tegen FC Utrecht. Die wonnen we, ik maakte het eerste doelpunt. Krankzinnig. Die dagen waren vreselijk. Ik heb het alleen Bernadien en mijn familie verteld, verder niemand. Ik leefde drie dagen met het idee dat ik kanker had, dat ik misschien wel dood zou gaan."
"Voor mijn familie waren die dagen een hel. Maandag werd ik geopereerd. Meteen toen ik wakker werd, wist de dokter dat het geen kanker was. De verharding was niet meer dan oud bloedstolsel", aldus Robben. "Achteraf vind ik het onbegrijpelijk dat de arts zei dat hij dacht dat het kanker was. Wacht dan even, als geen honderd procent zekerheid hebt." Hij sprak de arts nooit meer. "Ik was allang blij dat ik niets ernstigs had."