Door Ajax afgewezen hit moet na ruim twee maanden al twintig miljoen opleveren
Simon draait verdedigers dol en moet Belgisch transferrecord breken

Door Ajax afgewezen hit moet na ruim twee maanden al twintig miljoen opleveren

17-03-2015 10:18
8

Ajax testte hem af, maar Moses Daddy-Ajala Simon is een regelrechte hit bij de Belgische titelkandidaat AA Gent. Clubbestuurder Michel Louwagie denkt goud in handen te hebben met de jonge Nigeriaan. Volgens hem moeten geïnteresseerde clubs zeer diep in de buidel tasten als ze de aanvaller willen overnemen.

In ruim twee maanden heeft Simon (19) enorm veel indruk gemaakt in Gent met zes doelpunten en drie assists. De Belgische topclub wrijft zich in de handen met de aanvaller en manager Louwagie sprak voor het eerst uit aan welk bedrag hij denkt bij een eventuele verkoop. "Kijk, ons standpunt is dat Moses Simon na dit seizoen bij ons blijft", begint Louwagie in Het Nieuwsblad.

"Het transferrecord in België zal moeten sneuvelen om een transfer bespreekbaar te maken. We spreken dus over een bedrag van twintig miljoen ­euro", zegt hij. Marouane Fellaini is tot dusver de duurste geweest met negentien miljoen euro. "Ik vind die twintig miljoen euro niet uit de lucht gegrepen. De jongste jaren zijn de prijzen in België enorm gestegen."

"Als Anderlecht vier jaar geleden acht miljoen euro kreeg voor de toen bijna 27-jarige Mbark Boussoufa, dan vind ik twintig miljoen euro voor de negentienjarige Moses Simon vandaag niet onrealistisch. Herman Van Holsbeeck wil minstens tien miljoen euro voor Dennis Praet, maar je mag niet vergeten dat Moses Simon tot een bijzondere categorie spelers behoort. Voor spitsen die een wedstrijd kunnen beslissen gaan de bedragen zeer snel de hoogte in", is Louwagie duidelijk.

Naast Ajax was ook sc Heerenveen geïnteresseerd in Simon. De Amsterdammers testten de Nigeriaan af, maar de Friezen deden een bod. Het was echter AA Gent dat beet had. Na de overgang was er verbazing dat de Nigeriaanse Ronaldo niet naar Ajax ging. "Scouten ze met een blinddoek?", vroeg Aad de Mos zich af.