'Kunstgras gaat hem niet worden, experiment is mislukt, kun je niet mee aankomen'

14 september 2019 om 07:43
Laatste update: 14 september 2019 om 07:49

De Eredivisie nadert na enkele moeizame jaren weer de top-tien op de UEFA-coëfficiëntenranglijst, maar Mattijs Manders wil meer. Als het aan de kersverse voorzitter van de Eredivisie CV ligt, vindt de Nederlandse competitie op termijn weer aansluiting bij de Europese toplanden.

Nederland moet nu nog landen als België, Portugal, Turkije en Oekraïne voor zich dulden. "Met alle respect, maar dat kan niet waar zijn", vertelt Manders aan het Algemeen Dagblad. "Als je tegen een taxichauffeur in New Delhi zegt dat je uit Rusland of België komt, denk ik niet dat hij meteen over pakweg Pol Van Himst en de huidige spelers van Rusland begint. Kom je uit Nederland, dan gaat het overal ter wereld meteen over voetbal. Over Johan Cruijff, Ruud Gullit, en inmiddels over Virgil van Dijk en Frenkie de Jong."

Het herstel van de Eredivisie is inmiddels ingezet, ziet Manders. "Afgemeten aan televisiegeld zijn we nu de elfde markt in Europa. Ik vind dat we de zesde moeten kunnen worden. Waarom zou dat niet kunnen?" Het voormalige 'Graydon-mannetje' ("Ik heb die titel als een geuzennaam geadopteerd") merkt echter dat Nederland nog een aantal stappen moet zetten, bijvoorbeeld op het gebied van kunstgras. "Het gaat 'm gewoon niet worden. Het experiment is mislukt", aldus Manders. "In het buitenland kun je straks echt niet aankomen met een competitie waar de helft op een andere ondergrond speelt."